13
de linie verkregen werd. Het terrein werd opgehoogd met den grond
van de vroegere, 200 M. noordwaarts gelegen versterking Mibouw-
Zuid. Bij dit grondverzet werd alweder met voordeel gebruik ge
maakt van het Decauville-materieel. Op den 24en December werd
met die ophooging begonnen en de gaten voor de hoofdstijlen der
palissadeering gegraven, welke des nachts echter door de bevolking
weder werden dichtgegooid.
De eischen, waaraan deze wachthuizen moesten voldoen, warenbij
voldoende zekerheid tegen overvalling en vijandelijk geweervuur, zoo
veel mogelijk vuuruitwerking naar buiten en ruimte voor minstens 25
man, doch, zoo noodig, voor het opnemen eener tijdelijke versterking.
Op welke wijze aan die eischen werd voldaan, zal uit de beschrijving
der wachthuizen later voldoende blijken. Het zij thans voldoende te
vermelden, dat het wachthuis geplaatst was binnen eene liggende
palissadeering met een paar bastions voor infanterievuurdat het
een verhoogden vloer bezat, waaruit over de palissadeering kon worden
gevuurd, doch dat ook daaronder gelegenheid bestond, om langs den
beganen grond vuur te geven.
De benoodigde houtwerken waren te Kota Radja en Oleh-leh
gereed gemaakt, werden den 28en opgeladen en te Kota Radja ge-
stationneerd en in den vroegen morgen van den 29en December naar
Ketapan-doewa verzonden, waar ze werden afgeladen en naar het
emplacement gedragen door bannelingen.
Ofschoon dit vervoer in den regen en langs een beslijkten weg
zeer veel moeite kostte, slaagde men er in denzelfden dag de palis-
sadeering tot 1.30 M. hoogte op te trekken en werd de bezet
ting tijdelijk in Chineesche barakken gelogeerd.
Den 30en December was het ruwe werk gereed; den 1 Oen Januari
was het geheel afgewerkt.
9. Oprichting van het blokhuis
(defensief wachthuiste Lamsajoeng
Den 22en December werd bepaald, dat het defensief wachthuis te
Lamsajoeng zoo spoedig mogelijk na dat te Lamara zoude worden
opgericht, tot dekking van de werkers aan den weg Lambaroe
Ketapan-doewa.