221 -
rende punten in den omtrek; uitgangen; middelen, om de pas
sage te herstellen of te verbreken, enz.
Een bosc/tuitgestrektheid; de toegangen; de ligging; meerdere
of mindere dichtheidde toestand van den rand, van den bodem,
van het voorliggend terrein, enz.
Een kamponguitgestrektheidmindere of meerdere dichtheid
der bevolking, op te maken uit de huizentoestand dier huizende
toegangen tot de kampongde rand of deze bestaat uit gewoon
heestergewas en boomen of uit bamboe doeriafscheiding van het
omliggend terrein door greppels, dijkjes, grachtjes; toestand van het
vóórterrein; of de ligging omtrekking mogelijk maakt, enz.
134. Bovenstaande opdrachten worden aanvankelijk uitgevoerd zon
der dat er vijand bij verondersteld wordt; later wordt de uitvoering
door schijnvijand bemoeielijkt.
135. Daarna worden de opdrachten moeielijker, b. v.:
Te verkennen langs welke wegen een gemarkeerde vijandelijke
stelling het gemakkelijkst is te naderen 26 V. O.)sluippatrouilles
bemoeielijken de verkenning.
Aan verschillende patrouilles kan dezelfde opdracht worden gegeven
en de resultaten vergeleken.
De patrouille, die de beste inlichtingen verstrekt, kwam het
nauwkeurigst hare verplichtingen na; bij inlichtingen van gelijke
waarde komt in aanmerking de tijd, tot het inwinnen noodig geweest.
Later wordt de tijd aangegeven, waarin de verkenning moet af-
geloopen zijn.
136. Ook de oefeningen, vooral wanneer daarbij eenige naijver
in het spel komt, wekken zeer de ambitie op. Pfet zal den leider niet
moeielijk vallen met het Voorschrift in handen ook in boven behandeld
onderdeel van den velddienst de gewenschte afwisseling te brengen.
137. Hebben de recruten de noodige oefeningen in de verkennings
patrouilles gehad, dan worden de fuuctiën omgekeerd.
De recruten bezetten eene stelling en moeten 's vijands verkennin
gen verhinderen door sluippatrouilie en door hinderlagen (§214 en
26 V. O.)
Later toepassing van 19S, al. 4; 200, al. 2; 201,
al. 4 en 204 en 27 V. O. (Nachtelijke verkenningen).