235 - der personen, tot het stamhuis van Menangkabau behoorende, te ondersteunen, gemakkelijk een centraal gouvernement zou kunnen vestigen; de groote rivieren, naar de Oostkust stroomende, konden goede verbindingen met de hoofdplaats vormen en Sumatra zou dan, onder Britschen invloed, groote staatkundige beteekenis kunnen er langen. Naar alle waarschijnlijkheid had Raffles met dit plan hoofdzakelijk het doel, het voordeel zooveel mogelijk te beperken dat de Nederlan ders te wachten stond, wanneer, zooals te voorzien was, nahettrac- taat van 13 Augustus 1814, Padang en Onderhoorigheden aan hen werd teruggegeven. Zij waren toch, ter Sumatra's Westkust, nooit anders meester geweest dan van de kuststreken en op de teruggaaf van eventueele vestigingen der Engelschen in de Bovenlanden zouden zij alzoo geen aanspraak kunnen maken. Ter voorbereiding van de uitvoering zijner voornemens maakte Raffles in Juli 1818, gedurende 14 dagen, eene reis van Padang naar Solok en verder, na het meer van Singkaraq te zijn overgestoken, naar Semawang, Soeroasso en Pagarroejoeng. Bij deze reis werd hij, behalve door eene lijfwacht van 50 Bengaalsche soldaten en eemge Inlandsche hoofden van Padang, vergezeld door de beide Toewankoe's van Soeroasso. Op dringend verzoek der bevolking nabij Semawang werd hier de Britsche vlag geplant. Om deze te bewaken, werd voorloopig, van; evenbedoelde lijfwacht, een detachement van 12 man achtergelaten dit detachement werd spoedig op eene sterkte van 80 man gebracht en later nog tot 100 man en 4 veldstukken aangevuld. Deze troep had den stelligen last, onzijdig te blijvenRaffles wees een ambtenaar aan die, te Semawang verblijf houdende, alleen trachten moest, kennis van zaken omtrent de Padangsche Bovenlanden op te doen. Ten gevolge van de afkeuring, welke Raffles' inzichten omtrent deze land streken bij Lord Hastings ondervonden en van de spoedig gevolgde overgave der „residentie Padang" aan de Nederlanders volgde bedoel de ambtenaar evenwel zijne bestemming niet en werd ook, in Mei 1819, de post te Semawang ingetrokken. Naar het schijnt volkomen zekerheid dienaangaande ontbreekt hadden de Engelschen, gedurende de laatste jaren van hun bestuur

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 244