244 te Natal door de Padries bedreigd, een detachement van 60 Sipahi's tegen dezen hadden afgezondenook niet, toen de resident berichtte dat de Padries zich telkens schuldig maakten aan aanvallen op kampongs, welke aan onze zijde stonden, zoodat hij beducht was voor nadeelige gevolgen, indien wij werkeloos bleven. Doch toen de Padries eindelijk hunne stoutmoedigheid zoover dreven dat, in September 1821, zij een aanval waagden op onzen post te Semawang, toen begreep de Indische Regeering dat op den ingeslagen weg niet kon worden voortgegaan, en dat krachtiger optreden noodzakelijk zou wezen om den overmoed der Padries te stuitenzoowel in het belang onzer eigen vestiging als in dat van de landstreken, die zich bij het contract van 10 Februari 1821 onder onze bescherming hadden gesteld. Mitsdien werd de krijgsmacht, welke ter Westkust van Sumatra aanwezig was (8 officieren en 307 minderen), met 4 officieren en 187 man vermeerderd, en het geheel gesteld onder de bevelen van den luitenant-kolonel Antoine Theodore Raaff (December 1821). Deze even dappere als beleidvolle hoofdofficier aanvaardde al spoe dig den krijg tegen de Padries en werd alzoo de grondlegger van het Nederlandsch gezag in de Padangsche Bovenlanden. Raaff heeft slechts kort geleefd, maar zich een onsterfelijken naam verworven. Laat ons daarom een oogenblik bij zijne zoo aantrekkelijke figuur stilstaan Hij was, den len December 1794, te's Hertogenbosch geboren, ont ving zijne militaire opleiding op de militaire school te Hondsholredijk (1807 1811) en op die te Saint-Cyr, en trad in November 1812 als souslieutenant in dienst bij de infanterie van het Keizerlijk leger, Weldra (April 1813) ontving hij zijne aanstelling tot eersten luitenant. In 1812 en 1813 maakte Raaff1 de veldtochten in Duitschland mede; den 27en Augustus van laatstgenoemd jaar, bij den slag van Dresden, werd hij door een geweerkogel gewond. Den 16en October d. a. v., bij den slag van Leipzig, werd hij krijgsgevangen gemaakt, doch reeds in de volgende maand (14 November) ging hij, in zijnen rang, over bij het 2e bataljon van het Hollandsch legioen van Oranje.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 253