246
voortvarendheid, nooit terugdeinzende voor de gevaren die zich op
deden. Groot was daardoor zijn persoonlijk overwicht op de In-
landsche bevolking en hare hoofden, onbegrensd het vertrouwen dat
zoowel meerderen als minderen in hem stelden.
Geen wonder alzoo dat de generaal Michiels later kon schrijven dat
Raaff s naam hoog stond aangeteekend in het geheugen zijner krijgs
makkers als die van een onversaagd en beleidvol officier!
Op het bericht van zijn overlijden schreef Nahuijs aan den generaal
De Koek dat, met Raaff's dood, aan de maatschappij was ontrukt een
harei nuttigste leden den staat een van zijne beste burgerlijke en
militaire dienaren; zijnen ouden vader de edelste zoon, aan zijne echt-
genoote de liefderijkste en trouwste man, aan zijne beide jeugdige
kinderen de zorgvuldigste vader, aan zijne vele vrienden de besteen
hartelijkste vriend„Onder uw oog, onder uwe leiding tot man
„gevormd, toonde de zoo brave Raaff in al zijne gedragingen, in welke
„school hij was groot geworden, en wien hij zich tot voorbeeld in al
„zijne handelingen stellen wilde"...
Dat Raaff inderdaad een superieur man heeten mocht, kan wellicht
nog het beste blijken uit het feit dat, ook wanneer tegenspoed onze
wapenen trof, bij de machthebbenden te Batavia nooit een oogenblik
het vertrouwen in zijn beleid werd geschokt. Integendeel, ook dan
werden zijne handelingen, zoowel door den generaal De Koek als dooi
den Gouverneur-Generaal Van der Capellen, hoogelijk gewaardeerd.
Aan het strand te Padang, reeds ver uit zee zichtbaar, staat een
grafnaald welke daar, al spoedig na Raaff's dood, door de krijgsmacht
en de burgerij van Sumatra's Westkust werd opgericht, om de herin
nering levendig te houden aan deu edelen held, die onze vlag plantte
in het belangrijkste deel der Padangsche Bovenlanden en wiens daden
steeds tot voorbeeld mogen strekken voor allen, die de eer hebben
deel uit te maken van het zoo verdienstelijk Indisch leger!
De gevechten, door Raaff tegen de Padries ondernomen, werden
slechts gevoerd door enkele honderdtallen geregelde troepen die, door
Maleische hulptroepen ondersteund, soms tegenover 30,000 Padries
stonden. Van Maleiers en Padries was in den regel een zesde ge
deelte bewapend met geweren van Inlandsch maaksel.