- 257 6 draagbare munitiekisten (lichtkogels Yoor mortieren). 2e linie. 2 reserve-affuiten, 6 draagbare munitiekisten (lichtkogels voor kanonnen), 24 draagbare munitiekisten (munitie voor mortieren), 48 draagbare munitiekisten (munitie voor kanonnen), 4 stellen brokos, 5 stellen ranseldragers, 1 stel raddragers, 1 draagbare smidse. Het hierbij benoodigd personeel en aantal paarden is voor vredes- voet op de gedachte gebaseerd, dat ten allen tijde 4 kanonnen en 4 mortieren met de daarbij behoorende munitie uit de 1 linie kunnen uitrukken en bedraagt volgens 77 van de Alg. Order N°. 36 van 1882 1 kapitein, 2 luitenants, 1 adjudant-onderofficier, dienstdoend officier, (1) 1 sergeant-majoor, 1 Eur. fourier, 8 Eur. sergeanten, 8 Eur. korporaals, 2 Eur. trompetters, 17 Eur. kanonniers le klasse, 26 Eur. kanonniers 2e klasse, 2 Inlandsche sergeanten, 3 Inlandsche korporaals, 10 stukrijders le klasse, 20 stukrijders 2e klasse, 2 Inlandsche kanonniers le klasse, 8 Inlandsche kanonniers 2e klasse en 46 troepenpaarden. (2) 1887, Dl. II. 17 (1) Een van de 4 bergbatterijen kan volgens deze algemeene order 1 luitenant meer, doc.b dan een adjudant-onderofficier en oen rijkspaard minder tellen; volgens de Artillerie Order No. 9 van 1878 is dit de 3e bergbatterij te Soerabaja. (2) Volgens 83 van dezelfde algemeene order kunnen de troepenpaarden van bet wapen der artillerie gedeeltelijk door muildieren worden vervangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 266