26(3 oortdurend zijn er quaesties aanhangig het materieel, de reglemen ten, enz. betreffende, welke nu aan den divisiecommandant te Batavia, doch vooral aan de batterijcommandanten moeten worden opgedra gen. Men vrage het den batterijcommandanten maar eens, hoeveel werk hun daardoor op de schouders wordt gelegd. Reeds onder gewone omstandigheden is hun werkkring zoo omvattend, dat zij daaraan zoo min mogelijk dienen te worden onttrokken en het m. i. een groot voordeel ware, indien al dergelijke bijzondere zaken aan een Buiten de batterijen staanden kapitein ter behandeling konden worden gegeven. Het ondergeschikt, voor bureauwerk bestemde personeel (1 adjudant- onderofficier en 2 staffouriers), in zijn geheel bij den commandant van de veld- en bergbatterijen werkzaam zijnde, is de divisiecommandant ten eenenmale van eenige hulp bij zijn vele schrijfwerk verstoken. Of dergelijke verdeeling in de bedoeling heeft gelegen, betwijfel ikde indeeling te Batavia van één staffourier ware zeker ge- wenscht, dan toch behoefde niet langer een onderofficier of korporaal aan den dienst bij een der batterijen onttrokken te worden, om op het bureau van den divisiecommandant behulpzaam te kunnen zijn. Voor den staftrompetter, die ten allen tijde behoort bereden te zijn, vindt men geen paard uitgetrokken. Dit diende toch te zijn bedoeld paard kon dan in de controle van een der te Banjoe Biroe aanwezige bat terijen worden opgenomen. Bij mobilisatie behooren verder nog bereden te zijn, de bij den staf ingedeelde adjudant-onderofficier en staffouriers. De vorenstaande beschouwingen in aanmerking nemende, acht ik alzoo noodig als staf voor de veld- en bergbatterijen 1 kolonel, 1 luitenant-kolonel, 1 majoor, 1 kapitein voor speciale diensten, lc of 2e luitenant-adjudant, 1 adjudant-onderofficier, 1 staftrompetter, 2 staffouriers (waarvan één te Batavia), 1 troepenpaard. Bij mobilisatie te vermeerderen met 3 troepenpaarden en 1 of 2 koelies als paardenoppassers.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 275