272 - Bij de tweede proef was de fougas ingericht als de voorgaande, doch L 4/3 (54 8 63) X 100 X 0.2 gr. 3. 3 KG. De piketten, waaraan het touw verbonden was, werden uitgerukt, de bom viel daardoor 20 M. te ver en 2 M. rechts. De ruimte om de lading was met grond opgevuld; evenals bij de eerste proef werd ook nu de spiegel verbrijzeld. Dit gaf aanleiding om bij de volgende proeven aan de lading eene speelruimte te laten, tengevolge waarvan de spiegels onbeschadigd bleven. Uitgaande van de onderstelling dat men de „bombe captive" wilde gebruiken om een touw over eene rivier of over een ravijn te bren gen, waarvan de overliggende oever niet of zeer moeilijk te bereiken was, werd bij de derde proef de fougas op korten afstand van een rivieroever aangelegd en het touw bevestigd aan 2 a 4 M. van den voorkant ingeslagen piketten. De fougas was ingericht als uit neven staande figuur blijkt. De bom werd met zand gevuld om haar zwaarder te maken en daardoor het indringen in den bodem te bevorderen. De gevulde bom woog 56. 85 KG., de spiegel van de afmetingen als boven opgegeven 67 KG. Het touw was 50 M. lang en tusschen de piketten en de fougas opgeschoten; de afstand van de fougas tot het trefpunt bedroeg dus 54 M. L 4 13 (56.85 8 67) x 54 x 0. 2 gr.; L 1. 9 KG. Ofschoon het touw hier. meer invloed moest hebben, dan bij de vorige twee proeven, werd ook nu de lading volgens de algemeene formule berekend, en, zooals de uitkomst bewees, terecht. De bom toch viel op den gewenschten afstand en drong zoo diep in den grond, dat een man zich langs het touw naar de overzijde kon begeven. Hierbij wordt opgemerkt, dat de bodem, tengevolge van zware regens, zeer drassig was; in gewone omstandigheden zou de indringing minder zijn geweest. Bij eene herhaling dezer proef werd de lengte van het touw 100 M. genomen en L 4j3 X (56.85 16+ 67) X104 X 0.2 gr.; L 3.8 KG. De bom sloeg in 73 M. links uit de as, de spiegel viel 6. 5 M. rechts. Daar geen ravijn of rivier van 100 M. breedte aanwezig was, kon niet worden nagegaan, of de bom voldoende was ingedrongen om toe te laten dat zich langs het touw een rnan bewoog.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 281