277
ik er steeds heen, om mijne paardenkennis te vermeerderen en met
de ervaring der oudere kameraden mijn voordeel te doen. Nauwkeurig
lette ik op de beoordeeling van een paard door de oudste leden der
commissie, officieren, die door eene 12 a lSjarige practische onder
vinding, benevens behoorlijke theoretische kennis, daartoe volkomeu in
staat mochten geacht wordenmen ziet dan wat het zeggen wil, lid
van zulk eene commissie te zijn.
Doch in Indië schijnt men paardenkennis en practische ervaring
soms vau weinig gewicht te achten, zooals b. v. weer blijkt uit hot
denkbeeld om aan het hoofd van het op te richten remonte-depot,
als directeur, een onderofficier te plaatsen. Terwijl in Holland aan het
hoofd van het remonte-depot een ritmeester staat, wiens naam door
bijna geheel Europa als paardenkenner een goeden klank heeft, vindt
men het hier voldoende met die betrekking een adjudant-ouderofficier
of een sergeant-majoor te belasten. Gelukkig heeft men dit denk
beeld, dat het geheele remonte-depot reeds dadelijk in de geboorte
zou dreigen te doen mislukken, naar het schijnt later losgelaten en
zal nu een officier der cavalerie aan het hoofd er van komen.
Door dit remonte-depot zal men den toevoer van goede paarden
voor de bereden wapens belangrijk bevorderen. Sommigen zijn
hiermede echter niet voldaan en wenschen een ander paard
in te voeren, omdat, naar zij beweren, het Sandelhout- en
Macassar-paardenras aanhoudend achteruitgaat Deze bewering
kan ik hun echter niet zoo aanstonds toegeven. Men moet be
denken dat wij hier op Java niet veel meer krijgen, dan hetgeen de
Arabische paardenhandelaar denkt ons voor den maximum remon
te-prijs van f 260 te kunnen verkoopen, wetende dat voor de schoone
paarden hem nog andere wegen openstaan, getuige b. v. de aanwe
zigheid van Fransche schepen op Soemba, om paarden te koopen.
Alvorens dit dus' pertinent te beweren, zou men moeten aantoonen
dat niet alleen op Java, maar ook op het eiland Soemba zelf een
merkbare achteruitgang te constateeren viel.
Gaan we na, wat de voorstanders der Preangerpaarden verder tegen
de thans bij den troep bestaande rassen inbrengen, dan is volgens
hen het tegenwoordig troepenpaard
1°. niet in staat het voorgeschreven gewicht van den ruiter met