283 vallen misschien ook aan het ras te wijten? Welnu, dit peloton was saamgesteld uit Macassaren en Sandelhouts s hieruit nu af te leiden, dat beide rassen doorgangers zijn? Zend een lnl. cavalerist uit niet het een of ander bericht, ge ziet hem van de tienmaal negenmaal niet meer terug, onverschillig of hij op een Macassar- of een Sandelhout-paard zit. Voorzeker erken ik, dat het Sandelhout-paard een vurig temperament heeft, doch een te vurig temperament, dat het paard ongeschikt voor troepenpaard maakt, zeker niet; ik beschouw het zoogenaamd te vurig temperament integendeel als een groot voordeel. Ieder cavalerist zal het met mij eens zijn, dat het Sandelhout-paard voor geen hindernis blijft staan, niets is hern onoverkomelijk en dit schrijf ik allereerst aan het vurig temperament toe en daar goed voorbeeld goed volgen doet, blijft de Macassaar niet achter en overkomt, hoewel met minder gemak, ook de hindernis. Eerder dan het Sandelhout-paard te vurig te vinden, geloof ik als cavalerist dat het Macassaarsche ras voor onze terreinen een te kalm temperament heeft, dat echter gelukkig door dat der Sandelhouts opgewekt gemaakt wordt, waardoor hunne ver- ceniging een voor onze terreinen uitstekend geheel geeft. Wist men buiten ons wapen eens welk een uitstekend terreinpaard het Sandelhout-paard is, dan zou men spoedig het idee om tot een ander ras over te gaan, laten varen, en ongetwijfeld alles in het werk stellen, om zich van dat ras de schoonste paarden te verzekeren. En nu tot besluit eens gezien, wat van het Preanger-ras te verwachten is. Allereerst de vraag gesteldhoe komt men toch aan het woord Preanger-ms tot aanduiding der paarden uit de Preanger? Ik kan er geen antwoord op geven. Men vindt in de Preanger eene staalkaart van de meest uiteen- loopende paardensoorten, een waar allerhande, met de grootste verschillen in lichaamsbouw (vorm) en afkomst (bestanddeelen) en 'daar er tal van combinaties in kruising bestaan, zoo kan van ras hierbij geen sprake zijn, Wat den bouw aangaat, durf ik beweren nog nimmer onooglijker en slechter geproportionneerden lichaamsbouw gezien te hebben, hetgeen al dadelijk in strijd is met de eischen, uit een cavaleristisch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 292