dat met de vuurlijn een lioek van 703 maakt en ten opzichte van het horizontale vlak een helling van 4/7 heeft. Tegen dat afsnij dings vlak aan loopt een andere borstwering van ge geven profiel zoodanig, dat de binnenteenen elkaar snijden in den hori zontalen doorgang van het genoemde afsnijdingsvlak en de vuurlijn loodrecht daarop staat. Gevraagd op een schaal van 1: 100 de horizontale projectie van do ont moeting dezer beide borstweringen, aannemende dat de taluds van de tweede borstwering, welke op de banketten en taluds van de eerste vallen, eveneens onder 4/7 zijn opgezet. (1{ uur). 2. Achter een borstwering van gegeven profiel is een barbet aangelegd van 5.50 M. lengte en 5 M. diepte en waarvan het bovenvlak op 1.00 M. ligt. Op zijde van de barbet, aansluitende aan den achterkant er van, is een oprit gemaakt van 3.75 M. breedte onder 1/5 helling en waarvan de as een hoek van 20° mot de vuurlijn maakt. Alle taluds zijn onder 1/1 opgezet. Gevraagd de horizontale projectie op de schaal van 1100 (ij uur). 3. ïeeken de horizontale projectie ;op de schaal van 1 100 van de samenkomst van eeli flankborstwering met een keelborstwering, welke een hoek van 70° met elkaar maken. (f- uur). 4. Op een borstwering van gegeven profiel is een ruitvormige travers aangelegd, waarvan liet bovenvlak 3 X 3 M. groot is en 1 M. boven de vuurlijn ligt; taluds onder 1/1. Gevraagd de horizontale projectie op de schaal van 1 100. uur). 5. Door een gracht met voorliggend glacis is loodrecht op hare richting een aarden dam gelegd van 3 M. bovenbreedte, beginnende op 2 M. van den binnengrachtsboord en doorloopende tot aan het glacis, waar door heen de weg wordt voortgezet door eene coupure van gelijke breedte en met horizontalen bodem. Peil bovenvlak dam bij het beginpunt 0, bij de doorsnijding met een verticaal vlak gaande door de kruin van het glacis -)- 1.50 M. De taluds van dam en coupure zijn onder 4/5 opgezet. Gevraagd de horizontale projectie van dam en coupure op de schaal van 1 100. (f uur). Driehueksmetinj. 1. Een vijver, waarvan het bovenvlak de gedaante heeft van een paral lelogram ABCD, moet verkleind en tevens vervormd worden tot een vierkant bovenvlak EFGH, waarvan de hoekpunten in de zijden van het bovenvlak van den ouden vijver gelegen zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 306