327 Tea onrechte werd volgens liet oude reglement iu navolging van dat voor het Nederlandsohe leger de man eerst dan geoefend in het zoogenaamd bajonet vechten, wanneer hij afgericht was in de ver schillende afdeelingeu der compagniesschool, en dan nog nam die oefening eene ondergeschikte plaats in, want ze moest bij voorkeur alleen bij ongunstig weder gehouden worden. Ze diende dus, als het ware, slechts om de manschappen bezig te houden. Wel is zonder dat, naar ons weten, de bepaling in de compagnies- school ooit gewijzigd werd in de voorloopige instructie voor de depotbataljons voorgeschreven, dat de manschappen, om als afge- exereeerd te worden beschouwd, moeten bekend zijn met het ge bruik van het geweer als stootwapenmaar toch bleef grondige bedrevenheid in den regel tot de vrome wenschen belmoren. De gevolgen van dit veronachtzamen zijn niet uitgebleven en meer malen bleek het zelfvertrouwen van den soldaat, voorzien van een stootwapen van ruim 1.8 M. lengte, bij het handgemeen worden met den vijand al zeer gering te zijn. Het is te hopen, dat nog eene schrede verder gegaan en ook eene zekere bedrevenheid in het gebruik van het geweer als vuurwapen gesteld worde, voor de man als recruut kan afexerceeren en over gaan bij een veldbataljon. Zoodra toch de soldaat ingedeeld is bij ecu veldbataljon, kan hij te velde moeten trekkenhoe nu, wanneer hij dan onvoldoende geoefend is in het schieten. Daarom komt het ons nood zakelijk voor, niet alleen dat de soldaat gedurende den recrutentijd deelneemt aan schietoefeningen, maar ook dat hij 0111 te kunnen af exerceeren m. a. w. 0111 op te houden recruut te zijn aan zekere eischen van bekwaamheid in het schieten moet voldoen. De tot nu toe geldende eisch, dat de man 40 losse en 20 scherpe patronen moet verschoten hebben, is zeer zeker geheel onvoldoende en boven dien is oen vastgesteld getal een slechte maatstaf, daar niet alle recruten even snel vorderingen maken. (1) (1) Het voorschrift betreffende de schietoefeningen zegt nog wel, dat de oefening der 3e kl. van het schieten naar de schijf dient, om den man zooveel van het schieten te loeren, dat hij zonder bezwaar in vuurgevecht kan gebracht worden. Maar dan zou hij ook die klasse moeten doorloopen hebben, om te kunnen afexerceeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 336