336 men toen als regel kunnen stellen, dat liet gaan met versnelden pas langer moet kunnen volgehouden worden dan met den looppas. Meestal zal de looppas zich ontwikkelen uit den versnelden pas; vreemd mag het daarom genoemd worden, dat die overgang in 85 niet behandeld wordt. Daar de achterwaartsche pas eene onnatuurlijke beweging voor den mensch is en alleen toepassing vindt bij het achterwaarts richten, het openen der gelederen en het vermeerderen of vermin deren der gelederen, zoo behoeft de oefening daarin zich slechts tot enkele passen uit te strekken. Het ware niet ondoelmatig eene dergelijke toelichting in het reglement op to nemen, ten einde het onnoodig achterwaarts marcheeren, zooals nu wel eens voorkomt, b. v. bij het rangschikken van troepen, te voorkomen. De woorden „op gelijke wijze en'' in de uitvoering van 36 zijn volkomen overbodig. De zijwaartsche pas, noodig bij het zijwaarts aansluiten (richten) en bij het verdubbelen en halveeren der rotten, wordt in het reglement geheel uit het oog verlorenvoor de gelijkheid in toepassing verdient het aanbeveling ook dien pas reglementair voor te schrijven en te doen beoefenen. Eveneens zou het nuttig zijn de recruten te oefenen in het verkorten en verlengen van den pas, waarvan in verscheidene gevallen gebruik gemaakt moet worden. Ook het kruipen, besproken in 221 R. S., zal aangeleerd moeten worden. Rij den marsch in front 39) wordt het vreemde woord directie, dat aan vervlogen tijden doet denken, weer ingevoerd, waar goede Xederlandsche woorden, als „richting", strekkingde bedoeling even goed, zooniet duidelijker, weergeven. De marsch wordt niet verzekerd door tusschenpunten op den grond in het oog te nemen, maar wel kan men de richting op die wijze verzekeren. Xiet alleen wanneer zij te veel zijn afgeweken van den nevenman naar de zijde van den guide 40) moeten de manschappen lang zamerhand aansluiten zicliis minder goed), maar al zijn zij nog zoo weinig afgeweken. De wijze, waarop dat aansluiten geschieden moot, is niet aangegeven. Op het altijd rechtuit houden van liet hoofd wordt zeer juist bij-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 345