- 342 gewecrdragende onderofficieren handgrepen voor de sabel vastgesteld, doch voor het kapmes zocht men ze te vergeefs. Ten onrechte wordt dan ook in 72 gezegd, dat de handgrepen met het kapmes ten doel hebben, den recruut te leeren als schildwacht zijn kapmes te dragen en daarmede eerbewijzen te doen, want afgescheiden van de onjuistheid, dat de recruut als schildwacht optreedt, gelden die handgrepen zeker niet minder voor de alleen met het kapmes gewapende sergeanten-majoors. Waarom afgerichte manschappen niet meer geoefend mogen worden in de behandeling van het kapmes, is ons niet recht helder. Allicht gaat door den tijd de juiste, scherpe uitvoering der bewegingen verloren, indien ze niet van tijd tot tijd eens opgefrischt kunnen worden. Welk verschil bestaat er eigenlijk tusschen deze handgrepen en die met het geweer, dat alleen voor de eersten zoo'n verbod noodig wordt geacht? Bij de handgrepen met het geweer bemerken we alleen verschil met vroeger in het vellen, dat nu alleen kan plaats hebben uit de houding over 't geiveerterwijl omgekeerd uit de houding Vvelt 't geweerhet geweer alleen kan overgenomen worden. Blijkbaar is het vellen alleen eene parade-beweging geworden. Hoe oordeel kundig het ook zij do oude wijze van vellen bij den bajonet-aanval te vervangen door eene meer practische houding 147), toch mee- nen wij in verband met artt. 147 en 234 van het Reglement voor den garnizoensdienst, dat die handgreep niet gemist kan worden. Is dit juist, dan blijft het noodzakelijk het geweer te kunnen vellen uit de houding van het geweer bij den voet. Mochten deze voorschriften zoo gewijzigd worden, dat het vellen van het geweer niet meer te pas komt, dan zou die bewoging geheel over boord geworpen kunnen worden, want het aanhouden bij wapenschouwingen, alleen uit traditie, riekt wel wat ouderwets. Waarom wordt dan niet liever de nieuwe wijze van vellen geheel in de plaats der oude gesteld en daarvan eene parade-beweging gemaakt? Dit zou overigens toch zijn aan te bevelen, daar de uitvoering nu zeer ruw en oppervlakkig is aangegeven. Bovendien heeft men in het schouderen en presenteeren van het geweer, welke anders geen nut hebben, parade-vormen te over. De omschrijving van de bewegingen der handgrepen is, op enkele uit zonderingen na, woordelijk overgenomen uit het oude reglement, het-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 351