344 van verwijzingenhoe aanbevelenswaardig dit ook moge zijn indien bekorting daarvan het gevolg is, wanneer dit niet of niet aanmer kelijk het geval is, verdient het geen navolging,omdat het hinderlijk is bij het naslaan. Zoo kan b. v. het einde van 73 en 93 luiden overigens als de houding zonder geweerdit is even kort, maar gemakkelijker voor den lezer. Tweede artikel. Bij het onderricht in do lading is als beginsel aangenomen, dat de manschappen met het geweer over staan, en dat zij na de lading steeds in die houding terugkomen, indien er niet onmiddellijk gevuurd moet worden, want hiervoor dient het commando: roffel, al wordt dit in het reglement niet gezegd. Waarom moeten de geladen ge weren steeds overgenomen worden? Bij troepen op marsch is dit natuurlijk, hoewel bij het halt houden toch ook de geweren afgezet worden; bij eene stilstaande afdeeling evenwel zal het geweer na de lading meestal en bij het tirailleeren altijd afgezet worden, indien niet onmiddellijk gevuurd en het ontladen niet raadzaam geoordeeld wordt. Hoewel de lading op dezelfde wijze als vroeger verricht wordt, met uitzondering dat bij 'het openen van den loop de knop eenigszins anders wordt aangevat, is ze nu in acht bewegingen verdeeld en vroeger slechts in vier (beide uit de houding geweer bij den voet). Voordeel van die andere indeeling kunnen we niet ontdekken, wel meenen wij op enkele bezwaren tegen die verandering te moeten wijzen. Indien het oude niet verkeerd is en het nieuwe niet beter, is elke verandering te ontraden, omdat het onderricht daardoor benadeeld wordt; personen, die zich met moeite de vorige lessen hebben eigen gemaakt, moeten nu weer hun best doen die te vergeten. Maar dit geldt slechts voor het overgangstijdperk; doch er zijn meer be zwaren. Het scheiden van de bewegingen 3 en 4 (§98) geeft den recruut den valscheu indruk, dat dit twee bewegingen zijn, terwijl voor eene grondige bedrevenheid in het laden juist gevorderd wordt, dat het aangrijpen van den knop en het openen van den loop slechts eene handgreep uitmaakt. He scheiding der bewegingen 6 en 7 is geheel denkbeeldig; na

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 353