352 kooper te verkrijgen zijn, daar de prijs, dien de handelaren te Soera- baija vragen, al zeer gering is; maar men zou dan mogen verwachten goed gaar en deugdzaam leder te verkrijgen, dat aan alle eischen voor tuigleder voldoet. Om voorts de duurzaamheid van het harnachoment te bevorderen, zijn er met betrekking tot de confectie daarvan nog drie zaken, waar op bepaald gelet moet worden, en welke men tot nu toe uit het oog heeft verloren 1°. Riemenlissen en stootenwelke hij het gebruik sterk worden opgerold of saamgevouwen, moeten zoodanig worden aangebracht dat bij dit rollen of vouwen de vleeschzijden van het leder naar bui ten komen. Een stijgriem of gebitstoot b. v. moet dus zoodanig bevestigd worden, dat bij het opgezadelde paard de vleeschzijden van deze tuigdeelen zichtbaar zijn. Hierdoor voorkomt men het barsten van het leder, dat altijd op de nerfzijde plaats grijpt. Dit beginsel is in den laatsten tijd bij den A. C. W. toegepast op stijgriemen, singelstooten, disselboomriemen, halsbanden, enz. Enkele tuigdeelen z. a. streng-ophoudlissen, gebitstooten, ophoudstooten, enz. zijn van dezen regel uitgezonderd geworden. Wat daarvan dereden is, is mij niet bekend. 2°. De gaten voor de gespdoorns moeten langwerpig rond en zeer ruim gemaakt worden. Wanneer nl. bij het gebruik de gespdoorn door een stoot wordt gestoken en het gat daarin is te klein, dan heeft er wringing plaats, die aanleiding geeft tot spoedig barsten en ver slijten van den stoot. Voorts moet men nog in aanmerking nemen, dat de gespdoorn den stoot steeds in schuine richting doorsnijdt. Deze doorsnede kan onmogelijk cirkelvormig zijn, maar is ellipsvormig'. Men zou dus de gaten in de stooten ellipsvormig moeten maken, om alle wringing op den gespdoorn te voorkomen. Bij dikke en dubbel genaaide stooten moet dit vooral worden toegepast, om opont houd bij het op- en aftuigen te voorkomen. 3°. De passanten voor de stooten, die men bij het gespeinde van som mige riemen aantreft, moeten niet te dicht bij den gesp worden aan gebracht. Is dit wèl het geval, dan moet de stoot, na ingegespt te zijn, sterk saamgevouwen worden, om het uiteinde daarvan door den passant te kunnen brengen. Dit is vooral bij dikke stooten zeer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 361