353
bezwaarlijk, veroorzaakt veel oponthoud en spoedige slijtage. Bij
de halsbanden kan men ruimschoots de zooeven genoemde nadeelen
ondervinden, indien men ze tracht los of vast te gespen, zelfs al
zijn ze zeer oud en lenig.
Na bovengenoemde details, waarvan de toepassing zeker aan geen
enkel bezwaar onderhevig kan zijn, te hebben vermeld, wensch ik
thans het harnachement te bespreken in verband met de inrichting en
den vorm van sommige onderdeelen.
In de africhtingstoestellen komen mij zeer vele vereenvoudigingen
wenschelijk voor, ten doel hebbende deze toestellen lenig en licht te
maken, en ook vooral om ze spoedig te kunnen opleggen en afnemen,
hetgeen bij het onafgerichte paard zeer noodzakelijk is. Yerder
moeten de toestellen in de hand van den africhter, z. a. longe
en chambrière, zoo licht mogelijk zijn, om hem niet te spoedig te
vermoeien.
Chambrières. Deze zijn zwaarder dan voor de stevigheid en het
toebrengen van den slag absoluut noodzakelijk is. De lederen slag
wordt spoedig hard en knakt daardoor bij het gebruik, zoodat de
chambrières dan ook na zeer kort gebruik verwisseld moeten worden.
Yerder is de geheele inrichting der chambrière te luxueus. Het is
toch, dunkt mij, voor een voorwerp voor militair gebruik niet noodig,
om het zoo netjes met garen te omwoelen, groen te verven, enz.
Door een en ander is de chambrière dan ook een kostbaar artikel
geworden. (De prijs bedraagt f 9.02.) Een eenvoudiger, goedkooper
en lichter chambrière zou m. i. de volgende inrichting kunnen hebben.
Een Palembangsche rottan, of wel een dikke gewone rottan, wordt
aan het eene einde voorzien van een lus van koeleder, waaraan
men een slagkoord, lang 3 M., bevestigt. De slag moet geheel van
koord en bindtouw worden gevlochten. Om het uit de hand glippen
van de chambrière te beletten, kan men er aan het uiteinde een stuk
leder omheen naaien, ter breedte van 2 dM. Voor de netheid
kan de rottan nog worden zwart gelakt of geteerd. Een der
gelijke chambrière weegt de helft van hetgeen eene model cham
brière weegt en is veel sterker, daar het slagkoord altijd lenig
blijft. Bezigt men voor den stok een gewone rottan, hetgeen zeer
1887, Dl. II. -23