EENE BIJDRAGE BETREFFENDE DE OEFENING TN HET MILITAIR STRAFRECHT. Het komt dikwerf voor dat in gerechtelijke onderzoeken en krijgs raden officieren zitting nemen, die zoowel van het burgerlijk als van het militair recht zoo goed als geen kennis hebben opgedaan. Menig maal zag ik een kapitein van de administratie, een officier van gezond heid le ld. of een militair apotheker lc kl. een krijgsraad presideeren en aannemende dat deze heeren desnoods hadden aangeteekend wat zij vormelijk te doen hadden om zich van hun verplichting zoo goed en zoo kwaad mogelijk te kwijten, mag toch niet gezegd worden dat zij daardoor, zonder iets meer aan het recht te hebben gedaan, de geschiktheid bezitten om een krijgsraad behoorlijk te leiden. Hetzelfde kan men van enkele leden zeggen. En waarlijk het is hun schuld niet. Een officier van gezondheid, die te Leiden, Utrecht, Groningen of in den vreemde heeft gestudeerd, zal bij aankomst in Indië volmondig bekennen, dat hij van mi'itaire zaken in het algemeen zoo goed als niets en van de rechtspraak in 't bijzonder niet de minste kennis heeft opgedaan. Evenals van de presidenten hierboven gesproken is, zullen ook deze leden, wanneer zij vooraf informatiën hebben ingewonnen, voldoende op de hoogte kunnen zijn „pour faire bonne contenance maar biermede dan ook moeten volstaan om te kunnen verklaren dat zij met de verplichtingen, aan hun functie als lid van den krijgsraad verbonden, bekend zijn. (1) (1) Ik maak gaarne melding van een officier van gezondheid, die kort geleden in een krijgsraad zitting moest nemen, doch vóór dat hij geïnstalleerd werd, ver klaarde, dat hij niet bekend was met de verplichtingen, die hij als lid van den krijgs raad had te vervullen. Natuurlijk nam hij geen zitting en de eenige officier in het garnizoen, waarover nog te beschikken viel om het aantal van zeven leden com pleet te maken, was zijn chef, een officier van gezondheid le kl., die, in dienstjaren ouder zijnde dan een apotheker le kl., die voor het presidium was aangewezen, thans diens plaats moest innemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 375