378 gemakkelijker worden gedragen dan een zelfde voorwerp dat steeds heen en weer slingert en, vooral bij onrustige paarden of snelle gangen, meermalen dwars over het paard heen komt te liggen? Bovendien wordt het doode gewicht aanzienlijk verminderd door de karabijn aan den man te bevestigen. 2°. Men zou den man toch een koppel moeten geven voor de diensten te voet. Dit bezwaar heeft met de onderwerpelijke zaak zoo weinig uit te staan, dat ik het stilzwijgend voorbijga. Het is bovendien de vraag, of de koppel geen nuttige diensten zou kunnen bewijzen bij de bevestiging van de karabijn op den rug, van een patroonzak of brieventasch. 3°. Als de cavalerist te velde, op welke wijze ook, van zijn paard afraakt, heeft hij steeds zijn blank wapen bij zich tot lijfsverdediging. Oogenschijulijk lijkt dit bezwaar juist. Maar wanneer komt de cavalerist te velde van zijn paard? Gewoonlijk niet wanneer hij in kalme gangen patrouille rijdt of ordonnansen-dienst verricht, maar wel wanneer het eskadron tot den aanval overgaat of in het handgemeen en dus met getrokken sabel gereden wordt. Dan heefc hij dus zijn sabel bij zich, en heeft, wanneer de sabel aan den zadel zit; nog het voordeel dat hij de scheede kwijt is, die hem maar zou hinderen in de beweging. Het is echter nog de vraag aan welk wapen de cavalerist in zoo'n geval meer heeft. Om het lastige slingeren te voet tegen te gaan, wil de heer R. de stooten zoo kort mogelijk maken en deze onder het loopen naar voren schuiven. Zou dat helpen en zou het mogelijk zijn? Neen! Immers thans doet de afgestegen ruiter zijn sabel eerst in den haak, en deze hangt dan reeds zoo hoog dat er niet mee gereden kan worden, daar anders de knop steeds tegen den linkerelleboog zou stooten. Thans zijn de stooten zoo lang dat, te paard, tusschen den elleboog en de sabel een vuist gestoken kan wordeneen afstand, die noodig geoordeeld wordt om beleediging van den elleboog te voorkomen. Korter kunnen de stooten dus niet; hoogstens zou de haak iets hooger geplaatst kunnen worden, maar het slingeren zou daardoor niet weggenomen worden, wijl de sabel maar één steunpunt heeft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 387