379 Welke voordeelen biedt nu de bevestiging van de sabel aan den zadel aan 1°. De afgestegen ruiter heeft van zijn blank wapen geen last. Tot een gevecht man tegen man te voet mag het, zooals hierboven is aangetoond, toch niet komen, zoodat het gebruik van het blanke wapen niet noodig is. Bovendien make men zich geen overdreven voorstellingen van de uitwerking van de sabel in het gevecht te voet man tegen man. Ik vermoed dat de karabijn hem even dienstig zal zijn 2°. Wanneer de ruiter van zijn paard valt, heeft hij geen kans, zooals nu, om zijn ribben op het gevest te breken 3°. Raakt hij van zijn paard, in een charge of mêlee, zoo heeft hij toch zijn sabel bij zich, zonder last te hebben van de scheede, en 4°. De sabel hindert het paard minder bij het overwinnen van hindernissen en snelle gangen, daar zij nagenoeg stil hangt. Het bovenstaande resumeerende, kom ik tot het besluit, dat, tot bevordering van de slagvaardigheid van de cavalerie, die tot het hoogste punt moet worden opgevoerd, de karabijn aan den ruiter en de sabel aan den zadel bevestigd moet zijn. J. A. P. Grevehs, le luit', der Infie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 388