EEN EN ANDER OVER DE INDISCHE CAVALERIE.
Vervolg en slot van bh. 591.)
Af richting s kunst.
Het leeren overwinnen van hindernissen moet zoo min mogelijk
geschieden over kunstmatig aangelegde slooten en wallen; daar
zijn de paarden toch maar bang voor. Vooral te Salatiga is
dit niet noodig; men vindt er meer dan voldoende gelegenheid in
de onmiddellijke nabijheid van het exercitieterrein, om de paarden
te leeren springen over sloot en aarden wal. De koffietuinen in den
omtrek van het kampement zijn hiertoe zeer geschikt; men vindt
er slooten van alle afmetingen, galangans, hellingen, paggertjes, enz.
Het komt veel voor, dat paarden weigeren om kunstmatige hin
dernissen te overwinnen, terwijl het maar zelden gebeurt, dat zij
weigeren voor hindernissen, die men toevallig bij het terrein
rijden ontmoet.
De tegenwoordig als africhtingstrens gebezigde, samengevoegde
watertrens en onderleg- of stangtrens verdienen voor het gebruik geen
aanbeveling, omdat zij te dun zijn. Bij een depoteskadron behooren
trouwens afzonderlijke africhtingstrensen aanwezig te zijn. Men moet
niet, zooals nu, gedwongen zijn om het hoofdstel uit elkander te
nemen en onbruikbaar te maken, wil men eene dubbele trens hebben.
Het regiment cavalerie is nu in het bezit eener overdekte manege en
is clus voor het wapen de tijd aangebrokendat men door betere
middelen hoogere eischen aan de africhting kan stellen. Dit werd
gezegd door den majoor der cavalerie Von Michalofski in zijne ver
handeling, getiteld „Africhtingstrens" Ind. Milit. Tijdschr. 1885 N°.
6dus 2 jaar geleden. Eenstemmig zijn wij het met den inhoud
van dat opstel eens; er moet eene andere africhtingstrens zijn; en
toch is daar zelfs geen sprake meer van. Men dresseert nog steeds met