30 de oude twee trensen en de eiachen, aan de africhting gesteld, zijn volgens dit feit ook niet verhoogd. Het eerste behandelen van jonge paarden is van hot grootste be lang en moet daaraan de meeste aandacht gewijd wordende in structeur kan hierbij veel van zijne ruiters leeren kennen. Bij de beoordeeling van remonteruiters met betrekking tot hun karak ter en het omgaan met paarden heb ik mij zeer zelden vergist, als ik hunne eerste behandeling der jonge paarden in den stal tot maatstaf nam. Yolgens mijne meening ligt het juist in de bedoeling van het voorschrift, dat met het oog op het toezicht de remon- ten in klassen gestald worden. Deze klassen kunnen dan tevens sectiën zijn en de instructeurs sectiecommandanten. Hat de klassen zoo klein mogelijk moeten zijn 14, voorlaatste alinea) vind ik niet noodig; men zou alsdan bij genoegzame instructeurs klassen kunnen maken van 5 en G paarden. Al is de leidraad voor allen dezelfde, ieder instructeur heeft zijne eigenaardigheden en inzichten, die min of meer op de paarden inwerken; en bij eene te groote versnippe ring zou men allicht minder eenheid bij de instructie krijgen. De klassen kunnen zonder bezwaar uit 10 paarden bestaandie zijn heel goed te overzien en het is veel aangenamer voor den instructeur. Plaatsing en bevestiging der paarden in den stal en te velde. De tegenwoordige wijze van bevestigen der paarden, zoowel in den stal als te velde, draagt volstrekt niet de algemeene goedkeuring weg. De ketting is lang genoeg, o,ok het op en neer gaan van dezen langs de ijzeren stang van den bak is voldoende, doch de halsband deugt niet. Men kan hem niet zoodanig vastgespen, dat hij op den nek van het paard blijft liggen, zoodat hij steeds naar beneden schuift in de manen, daarin eene gleuf maakt en er een zeer onaanzienlijk, ik zou haast zeggen verwaarloosd, aanzien aan geeft. Zelfs geeft de halsband aanleiding tot drukkingen in de manen. Bij een eenigszins weerspannig of schuw paard heeft men aan den halsband niets; het is er te vrij aanzoodat men bij de meeste paarden genoodzaakt is een slag der longe door den mond te leggen. Een paard voelt zich dadelijk veel onderworpener met een halster, die direct op het hoofd werkt, dan met een halsband, die het dier tot halverwege den hals

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 39