399
gegevens verkreeg, om daarop den wegenaanleg en de grootte der
afvoeropeningen te baseeren. Er bleef dus geen ander middel over
dan de bewoners van het land te raadplegen en de van hen verkregen
gegevens te vergelijken met hetgeen de ondervinding te Atjeh had
geleerd. Deze weg is dan ook gevolgd en het moet erkend worden,
dat men in de uitvoering van het wegennet niet gelukkig is geweest.
De ondervinding, in de eerste twee jaren na de oprichting der
postenlinie opgedaan, heeft toch reeds geleerd, dat men in veel
ongunstiger omstandigheden is gekomen dan vóór de concentratie
bestonden. De overstroomingen komen veelvuldiger voor, bereiken
eene grootere hoogte en houden langer aan, zoodat reeds meermalen
groote schaden aan de voltooide werken werden toegebracht. In
Februari en December 1886 werd op verscheidene plaatsen de aan
gelegde trambaan zoodanig beschadigd, dat de communicatie gedurende
eenige dagen gestremd was. In December 1886 was de waterstand
in de nabijheid van Kota Radja 0.40 M. hooger dan die welke
bij het uit te werken project als de hoogste was aangenomen.
Langs de geheele trambaan was de communicatie gedurende
eenige dagen gestremd en ook met Oleh-leh gedurende één etmaal
verbroken. Op vele plaatsen was de ballast van den weg geslagen,
op andere de aansluiting aan de bruggen afgespoeld; op enkele
plaatsen hadden doorbraken plaats gevonden.
Door de Atjehsche bevolking wordt wel verklaard, dat ook op de
bovenrivieren sedert tal van jaren een dergelijke waterstand niet is
voorgekomen, doch Atjeh heeft ons al in zooveel opzichten geleerd, dat
de goede kansen aldaar ons deel niet zijn, dat het niet raadzaam is,
ons met optimistische verwachtiugen ten opzichte van de bandjirs
te vleien.
De tramlijnen werden weder volgens het oude project hersteld
en waren reeds in December grootendeels berijdbaar, doch de aan
gebrachte schade is te belangrijk geweest, om zich daaraan jaarlijks
bloot te stellen. Er zullen weder belangrijke geldelijke offers ver-
eischt worden, om het water te bestrijden of liever het in zijn afloop
te ondersteunen.
Verhooging en verzwaring van dijken om het water binnen de
oevers zijner natuurlijke afvoerwegen te houden, gepaard met aanleg