32
„en veel omvattend, van niet minder belang is deze na de oefeningenz."
Ten allen tijde moet dus de instructeur, evenals op het terrein, ook
in den stal zijne klasse in haar geheel kunnen overzien. Dit is
alleen mogelijk, wanneer de remonten ook in den stal in klassen zijn
afgedeeld en niet wanneer de paarden, die ééne klasse vormen, over
den geheelen stal verdeeld zijn. Stel u voor, dat uwe klasse, bestaande
uit 10 paarden, verdeeld is over een stal van 128 of van 60 vakken
op welke wijze zoudt ge de eerste behandeling uwer jonge paarden, het
opzadelen, enz. kunnen surveilleeren, daarbij uwe op- en aanmerkingen
maken, en hoe zoudt ge uwe belangrijke taak 13) na de oefening
kunnen vervullen Dit is immers geheel onmogelijk. En toch wilde
men van het stallen der remontepaarden in klassen, hetgeen door
mij verscheidene malen beproefd is, vroeger te Salatiga niets weten.
De paarden werden door elkander aan manschappen uit verschillende
secties ingedeeld, zoodat alle klassen door elkander stonden. Gteen
drie paarden eener zelfde klasse kon men naast elkander vinden.
Men beijvert zich steeds om den mond der paarden gevoelig te
houden, door te waken tegen rukken, hardhandigheid, het te vast
inhaken der kinketting, ruwe behandeling, enz. Rukt een cavalerist
een paard in den mond, dan wordt hij gestraft, en terecht. Daarom
is het onbegrijpelijk, dat men niet afstapt van de fatale en nutteloozo
gewoonte, om de paarden omgekeerd in hun vak aan de watertrens
te doen poetsen. Menige paardenmond wordt hierdoor bedorven.
Hieromtrent wordt verwezen naar het opstel „Het poetsen der
„paarden aan de watertrens bij de Indische cavalerie", in het Ind.
Milit. Tijdschrift, jaargang 1886, N°. 2, waarin dit onderwerp uit
voerig wordt behandeld.
Hoefbeslag.
De paarden bij de cavalerie zijn niet beslagen, doch kunnen op
beslag worden gesteld, wanneer de korpscommandant dit noodig acht.
Is men voorstander van het hoefbeslag, dan vindt men licht eene
reden er toe, en waar dit het geval is, zal men de meeste paarden
beslagen vinden; is echter een korpscommandant tegen het beslaan
der paarden, dan gaat hij er noode toe over en zal men er weinige
bij zijn korps beslagen aantreffen. Wat is echter ook alweder in