412
dat onder de energieke leiding van wijlen den generaal-majoor Dem-
meni is tot stand gekomen.
De Regeering toonde hare tevredenheid met de verkregen resultaten
door belooningen in decoratiën en geld aan hen, die aan het tot stand
brengen dier werken hunne krachten hebben gewijd.
Zooals uit het voorgaande gebleken is (en bij verschillende gelegen
heden werd dit door den generaal Demmeni openlijk erkend), heeft
men de verkregen resultaten te danken gehad aan de nimmer verstoor
de samenwerking, die bij de uitvoering der werken door alle autori
teiten op den voorgrond werd gesteld en betracht. Dat het per
soneel van het wapen der Genie en het Dep. van B. O. W. aan
de uitvoering een werkzaam aandeel hebben genomen, is uit de
voorgaande bladzijden voldoende geblekenniet minder echter heb
ben de tactische wapens door hun kloek optreden die werkzaamhe
den mogelijk gemaakt.
Dat er op de uitvoering van sommige onderdeelen gegronde aan
merkingen te maken zijn, zal niemand ontkennen, doch men houde
daarbij in het oog, dat met vele belangen moest rekening worden ge
houden, die bij een dergelijk werk allicht met elkander in strijd
komen. Wij noemen daaronder slechts den spoed, waarmede het werk
moest tot stand worden gebracht, de eischen van hygiëne en veilig
heid en het groot aantal politieke, militaire en financieele eischen,
waaraan moest worden voldaan. Aan ongunstige critiek heeft het
dan ook niet ontbroken, al bepaalde die zich tot heden slechts tot
Atjeh zelf. Wij nemen aan het slot van deze bladzijden de vrijheid,
den wensch uit te spreken, dat die critiek zich niet verder moge uit
strekken, nu aan de samenstelling der nieuwe postenlinie meer
algemeene bekendheid gegeven is, overtuigd als wij zijn, dat die onvol
maaktheden reeds voldoende bekend zijn en de autoriteiten, die tot het
voorstellen van verbeteringen bevoegd zijn en deze het als hun
eersten plicht beschouwen, alles in het werk te stellen in die onvol
komenheden te voorzien, voor zoover de omstandigheden daartoe de
gelegenheid aanbieden.
Ten slotte vermelden wij nog, dat wij tot het samenstellen van
dit opstel van de Regeering bij G. B. dd. 6 Augustus 1886 N°. 18
vergunning erlangden, gebruik te maken van een verslag, samen-