Eerste artikel. Bij de evenwijdige richtingen bestaat weder verschil met die, geleerd ie de §§55 en vlg. Wordt in die de richtingslijn afgebakend door twee manschappen van een der vleugels, hier gebeurt het door beide guides en den onderwijzer. Voor het richten zelf heeft het plaatsen van den tweeden guide weinig waarde, daar de manschappen toch slechts naar eene zijde kunnen zien, maar voor den onderwijzer levert het gemak op bij het toezicht houden op het richtenin de compagnies- en bataljonsschool vindt men het evenwel niet terug, het reglement blijft zich daarin niet gelijk. We hebben nu reeds drie verschillende wijzen van richten leeren kennen, nl. in 58, 61 en de derde soort hier; meer eenheid ware gewenscht. Voor de schuinsche en rechthoekige richtingen heeft het bepalen van de richtingslijn door beide guides wel waarde, omdat alleen hier door de manschappen in staat zijn van den eersten pas af de lijn hunner schouders naar de nieuwe richtingslijn te voegen. Gelukkig is het kunstmatige bij de schuinsche en rechthoekige richtingen vervallenook is het eene vereenvoudiging, dus verbetering, dat ze alleen voorwaarts worden toegepast. Het openen en sluiten der gelederen. Na hetgeen bij den achter- waartschen pas is opgemerkt, zal het geene verwondering baren, dat we ons voorstanders verklaren van het voorwaartscli openen der gelederen. Natuurlijker en eenvoudiger is het zeker, wanneer het voorste gelid eenige passen voorwaarts gaat en het achterste na de inspectie opsluit. Hoe dikwijls komt het bovendien niet voor, dat achter het achterste gelid de ruimte ontbreekt, vereischt voor het openen, terwijl ze vóór het front wel altijd zal gevonden worden. Daarom zouden we het voorwaartscli openen tot regel willen maken en het achterwaartsch openen tot uitzondering, aileen toe te passen in de gevallen, dat de voorwaartsche beweging om de een of andere reden niet mogelijk of wenschelijk is. De knielende en liggende houding. Hoe de manschappen van het achterste gelid, alvorens te knielen, eene handbreedte rechts zijwaarts moeten aangaan, wordt niet verder verklaard. Om behoorlijk te kun nen liggen, wordt door 4 passen (van 32 cM.) achterwaarts te gaan,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 424