427 Dat de recruten op hunne fouten opmerkzaam gemaakt worden door het vuur van de manschappen, die den vijand voorstellenis alleen dan juist, wanneer die vijand slechts vuurt bij het begaan van mis slagen, b. v. indien de recruten zich onnoodig blootgeven. Niet alleen wanneer het eigen vuur niet geopend is (§219), maar altijd zullen de tirailleurs zich zoo goed mogelijk moeten dekken, voor zoover zulks kan samengaan met een goed uitzicht en, na het openen van het vuur, ook met eene vrije vuuruitwerkiDg. Waarom is de knielende houding de normale bij het vuren? Veel beter is het de tirailleurs daarin vrij te laten, mits goede vuuruit- werking verkregen kan worden; vele manschappen toch vuren liever in zittende dan in knielende houding, welk bezwaar is daartegen? Het onpractische van het voorschrift springt door een greep uit de werkelijkheid in het oog. Eene groep ligt tegen de helling van een dijkje; het bevel tot vuren wordt gegeven, maar de G. C'. verzuimt door de vele andere zaken, waarop hij te letten heeft aan te geven, dat de tirailleurs kunnen blijven liggen. Zij moeten dus knielen; de helling biedt daartoe geene gelegenheid aan en het dijkje is te hoog om er achter te knielen; boven op de kruin daarvan zijn zij te zeer blootgesteld aan het vijandelijk vuur, ze zullen dus vóór het dijkje ongedekt stelling moeten nemen, indien ze hier ten minste voldoende vuuruitwerking kunnen verwachten, anders zijn ze wel genoodzaakt op de kruin te blijven. Nu bemerkt de G. C'. de ongunstige stelling en bepaalt, dat de tirailleurs tegen de helling van den dijk zullen liggen. Zou het nu niet veel eenvoudiger geweest zijn, dat de tirailleurs zelf had den mogen beslissen, de G. O. kan dan altijd nog ingrijpen, indien hunne stelling hem verkeerd voorkomt. Dat het kruipen 221) alleen over korte afstanden toegepast kan worden, is juist, maar welk bezwaar is er tegen om een geheele groep of sectie op die wijze terrein te doen winnen? Het valt nog zeer te betwijfelen, of het opmerkzaam maken op begane fouten 224) alleen voldoende is om die voor den vervolge te voorkomen; de ondervinding leert hieromtrent in den regel anders en wel dat het verbazend lastig is den manschappen te leeren, op oordeelkundige wijze partij te trekken van het terrein. Daarom

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 436