-- 435
hoogten door de Padries bezet en versterkt waren, doch men had
i geschikte plaatsen voor het geschut gevonden, waaruit 's vijands
werken met voordeel beschoten zouden kunnen worden.
Raaff had dus alle hoop op den goeden uitslag van zijn tegen den
Marapalam te richten aanval en stelde zich voor, dan onverwijld
op Lintou aan te rukken. Geheime onderhandelingen, met de hoofden
van Boea aangeknoopt, hadden hem de verzekering gegeven dat wij
de bevolking van dat gedeelte der vallei van Lintou niet vijandig
gezind zouden vinden. Aanzienlijke detachementen van Maleische
hulptroepen werden aangewezen om, wanneer de weg over den Mara
palam geforceerd zou zijn, over Tandjong Baroelaq naar Tiga-Djangkoq
en verder naar Tappi-Sello (de verblijfplaats van Toewankoe Pasaman)
te marcheeren.
Raaff hoopte zich, wanneer de vallei van Lintou tot onderwerping
zoude zijn gebracht, naar de L Kota's te begeven en daar ons gezag
te vestigensterke detachementen Maleiers, te Si Toedjoeh en te
Baroelaq verzameld, zouden hier als hulptroepen dienst doen. Daarna
zou men zich richten naar Kota Toea, Pandej Sikat en de VI Kota's,
en met de onderwerping van deze streek den veldtocht voltooien.
Voor de geregelde voorziening in munitie en leeftocht der ageerende
troepen waren magazijnen aangelegd te Tandjong Alam en Goenoeng,
en in de onder deze versterkingen behoorende gedetacheerde posten
te Baroelaq en Taboe Berajer.
Het boven in korte trekken ontwikkeld operatieplan schijnt zeer
omvangrijk, doch zooals de generaal De Koek in zijn verslag
schreef kon „in geenendeele als te ver uiteenloopende betracht
„worden", wanneer men lette „op de algemeene geneigdheid der
„inwoners om zich ouderling tot het afwerpen van het juk der Padries
„te vereenigen."
Voor de uitvoering van dat plan waren aan mobiele troepen be
schikbaar 582 man met 28 officieren, waaronder een detachement,
sterk 1 officier en 39 mariniers, van de Melampus (1) en eene batterij
veldartillerie van 8 stukken (2 korte metalen kanons van 6 4 id.
(1) Ten onrechte zegt Lange (I, blz. 86) dat de mariniers niet onder de 582 man
begrepen waren,