35 zijn, die het van zelf doen, welke nalatigheid voortspruit uit de onwetendheid in hoe groote mate evenbedoelde hulpen het verschuiven van den zadel voorkomen en het paard als 't ware verlichten. Bij het goed aanbrengen van die hulpen kan het voortuig worden gemist. Paarden met buitengewone smalle rompen, zg. snoeklijven, maken hierop eene uitzondering. Het gebruik van het voortuig vertraagt het opzadelen, vooral door het doorsteken der singels. Iedereen weet, hoe kostbaar de oo^en- blikken in tijd van gevaar zijn, en daarom moet alles vermeden worden, wat het zich vlug slagvaardig maken der cavalerie maar eenigszins in den weg kan staan. De staartriem moet als nutteloos en zelfs schadelijk geheel wor den weggelaten. Werkt hij, dan moet hij noodzakelijk het paard hinderen en pijn doen, hetgeen natuurlijk aanleiding geeft tot slaan, onrust, doorgaan en drukkingen. Het gedeelte van het paard, waar op de wrong van den staartriem werkt, is zeer gevoelig. Stel u voor, dat daaraan, als het ware hangt, het gewicht van ruiter, zadeltuig, wapens en bepakking, dan kan men niet anders dan tot het besluit komen, dat die druk het paard zeer hinderlijk moet zijn. Daarenboven, wil de staartriem nut hebben, dan moet de wrong steeds tegen het paard aanzitten, want volgens recht mag de zadel niet eerst naar voren schuiven, vóórdat de staartriem begint te werken; deze moet juist dienen, om het naar voren schuiven te voor komen. Het paard voelt dus aanhoudend dien onaangenamen, pijn lijken druk. In de practijk is het nut noch van voortuig noch van staartriem ooit gebleken. Te Atjeh, waar de cavalerie zich op alle mogelijke ter reinen heeft bewogen en zelfs rivieren heeft overgezwommen, is nooit de behoefte aan voortuig en staartriem gevoeld. Bivakkeer en. De wijze van bivakkeeren voor cavalerie, zooals die in de ver schillende voorschriften wordt aangegeven, eischt herziening. Ge deeltelijk wordt het bivakkeeren aangegeven in het nieuwe Voor schrift op den velddienst" en ten deele in regiments-circuiaires. Wat in genoemd „Voorschrift" staat is onvolledig, zeer oppervlakkig en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 44