464
zijde niet volkomen waterdicht gesloten, daar de lucht, die in de kist
nog aanwezig is, niet ontsnappen kan.
Eene buskruitlading wordt nu tot ontploffing gebracht door er een
revolverpatroon in de onmiddellijke nabijheid in af te schieten.
De lading kan elke gewenschte grootte hebben, doch het is het
beste het grondvlak van de ladingdoos niet grooter en niet kleiner
te nemen dan het grondvlak van de doos, waarin het mechaniek
geplaatst is, terwijl men voor verschillende ladingen de hoogte van
de ladingdoos kan wijzigen.
De afmetingen van het grondvlak zijn dan 35 cM. in 't vierkant
en daar ladingen van 10 KG. buskruit ruim voldoende geacht
worden, zoo kan men met eene enkele soort ladingdoozen van 10 cM.
hoogte volstaan.
2. Inrichting van de doos, waarin het mechaniek is geplaatst.
Uitwendig zijn aan deze doos 3 draden zichtbaar, die van houten
kneveltjes voorzien zijn, van welke de bovenste dient om de torpedo,
als zij actief gesteld is, op elk gewenscht oogenblik te doen ontploffen,
de middelste om de torpedo inactief, de onderste om haar actief te stellen.
Het mechaniek bestaat nu uit de volgende onderdeden:
a. Een voetstuk a, dat met den bodem van de doos verbonden
is en waaraan ter weerszijden de einden van eene n-vormig
omgebogen plaat b bevestigd zijn, welke plaat dient tot ondersteuning
van verschillende assen en schroefbouten. Dit voetstuk heeft eene
uitholling met schroefdraad, om daarin op het laatste oogenblik, dus
als men de torpedo plaatst, een ontstekingsdop e te bevestigen. Deze
dop bestaat uit een hollen cylinder, met een schroefdraad aan de
buitenzijde, terwijl in dien cylinder eene afgesneden revolverpatroon
geplaatst wordt. Het afsnijden van den kogel tot aan de huls heeft
plaats om het voetstuk niet te hoog te maken en daardoor dus aan
sewicht en ruimte te winnen.
Aan de bovenzijde van het voetstuk is nog eene plaat bevestigd
met het doel om de uitwerking van de patroon alleen naar de onder
zijde te doen plaats hebben, terwijl deze plaat verder dient tot
geleiding van het na te noemen schuifplaatje, waartoe zich aan de
bovenzijde 2 gleuven bevinden. Die plaat heeft verder nog een gat
aan de bovenzijde tot doorlating van de slagpin.