471
„Intusschen hebben de tijd en de loop der gebeurtenissen in Atjeh
gewerkt. In de denkbeelden van velen bijna zou ik durven zeggen
in de publieke opinie is een begin van zwenking waar te ne
men. Wel wordt het denkbeeld van verdere inkrimping nog krachtig
afgestooten, maar velen beginnen toch in te zien dat een eind moet komen
aan onze offers aan den Atjeh-Minotaurus, te erkennen dat de thans be
wandelde weg niet tot dat doel leidt; zij zoeken naar een beteren, maar
vinden er geen.
„In dezen stand der zaak acht ik het nuttig mijne denkbeelden nader
toe te lichten en de argumenten mijner tegenstanders te wederleggen.
„Daarbij zal ik, ter voorkoming van verder misverstand, met omkeering
der gewone orde, de conclusie vooropzetten, eerst in grove trekken schet
sen wat ik noodig acht en daarna de redenen aangeven.
„Ik adviseer:
I. wat ook ten aanzien van Atjeh besloten wordt, de land- en zeemacht
in Indië ten spoedigste zeer belangrijk te versterken
II. ten spoedigste te besluiten tot do inkrimping onzer bezetting van
Groot-Atjeh tot een enkel aan zee gelegen punt
III. nadat dit besluit genomen is, maar vóór de uitvoering aanvangt,
pogingen aan te wenden tot het herstellen van het Atjehsche Sultanaat
op deze grondslagen:
a. het sultanaat omvat alleen Groot-Atjeh, met algeheele uitsluiting
van de onderhoorigheden en de eilanden;
b. Groot-Atjeh wordt geheel overgelaten aan het sultansbestuur; het Ne-
derlandsch-Indisch Gouvernement onthoudt zich van alle inmenging in zaken
van bestuur, justitie, politie en andere binnenlandsche aangelegenheden;
c. de Sultan en Rijksgrooten erkennen dat het geheele voormalige
Atjehsche rijk, en dus ook het nieuwe sultansgebied, een deel uitmaakt
van Nederlandsch-Indië en gevolgelijk geplaatst is onder de opperheer
schappij van Nederland;
cl. de Sultan en Rijksgrooten verbinden zich niets te doen wat de
Nederlandsche Regeering belemmert in de volvoering der plichten, die
uit Nederlands souvereiniteit over Atjeh voortvloeien;
e. aan den Sultan, de Rijksgrooten en andere aanzienlijke Atjehers
worden uit de Indische schatkist jaargelden toegelegd.
IV. na het tot stand komen van hot sultanaat, of nadat gebleken is
dat het niet zal tot stand komen, het besluit tot inkrimping zoo spoedig
mogelijk ten uitvoer te leggen;
V. bij het niet tot stand komen van het sultanaat, voort te gaan met