475
gezette nauwkeurigheid bij het opgeven van afmetingen, waardoor dikwijls
een afmeting van een voorworp tot in millimeters nauwkeurig wordt ver
meld, terwijl het er in werkelijkheid op eenige decimeters meer of minder
niet aankomt. Zoo vinden wij b. v. voor de longe tot cavegonseen ver
scheiden meters lang stuk touw, op plaat II als lengte vermeld niet 7
Meters, maar 6.99 M. en op plaat I als lengte van het zweepkoord eener
chambriere 2.696 M., tot in millimeters nauwkeurig!
Zulk een nauwkeurigheid is schadelijk en geeft slechts aanleiding tot
moeielijkheden en letterknechten]. Wij hopen daaromtrent in de volgende
hoofdstukken een ruimere opvatting aan te treffen; ook de Artillerie-
Inventaris is in de later uitgegeven hoofdstukken in dat opzicht veel
verbeterd.
Wat de wijze van uitgave betreft, komen ons de afleveringen wel wat
klein voor. De thans verschenene beslaat slechts 32 bladzijden druks en
de stevige band, waarvan zij is voorzien, doet vermoeden dat het de be
doeling is elke aflevering als zoodanig afzonderlijk te houden. Yoor het
naslaan zal dit, wanneer later het geheele werk compleet is, niet gemak
kelijk zijn.
Wij hebben de enkele voorafgaande opmerkingen op de eerste twee
hoofdstukken hier reeds aanstonds ter neder gesteld, omdat zij wellicht
bij de volgende hoofdstukken zouden kunnen worden in 't oog gehouden.
Wanneer met inachtneming daarvan het werk overigens wordt voortgezet
op de wijze, zooals het is aangevangen, zal de heer Kogenschot, naar het
ons voorkomt, een nuttigen arbeid hebben verricht, waardoor niet alleen
menig magazijnsbeheerder van de militaire administratie zal zijn geriefd,
maar die ook de andere officieren van het leger, die bemoeienis met het
materieel hebben, dikwijls tot gemak zal kunnen strekken.
Blijkt het mettertijd dat de geleverde gegevens in alle opzichten juist
en vertrouwbaar zijn iets dat eerst door een voortgezet gebruik van
het werk in de practijk voldoende zal kunnen worden uitgemaakt dan
bestaat er alle reden den Inventaris de officieele sanctie te geven, eene
sanctie welke aan een werk van dien aard o. i. niet mag ontbreken.