487 Wanneer hom dan 20 centen daarvan worden uitgekeerd, behoudt hij het zelfde wat hij nu in handen krijgt bij het bestaan der menages, waarin hij gedeeltelijk zijne soldij verteertdoch welke vertering zou ophouden, wanneer door het Land in de voeding voorzien werd. De overblijvende 0.135 dan gedurende zijnen diensttijd kapitaliseerende en rente latende oploopen, zal den man, na twaalf jaren dienst, reeds f 820.00 kunnen worden uitbe taald als hij den militairen stand wenseht te verlaten, welke som natuur lijk vermindert of vermeerdert, in verhouding tot zijnen diensttijd. Hier is gerekend op eene interest van vijf procenten 'sjaars, omdat door het Gouvernement diezelfde procenten 'sjaars bij de spaarkas, nu voor het leger bestaande, ook worden bijgevoegd. Ook uit de cantines zou den soldaat op hot hem uitbetaald wordende ge deelte zijner soldij nog kunnen te gemoet gekomen worden, door op de jaarlijksche begrooting eene som be schikbaar te stellen voor naai-, poets- en andere gereedschappen, voor hetgeen de man noodig heeft voor onder houd van kleeding en wapening; dit bekostigt hij nu geheel bijna zelf; laat hem deze zaken uit die fondsen in natura of in geld verstrekt worden in beide gevallen heeft hij dan al direct eene kleine tegemoetkoming op het gedeelte der soldij dat hij in handen krijgt, en dat wel door niemand, die Indië kent, te weelderig zal genoemd worden. Het groote kapitaal, dat, dunkt mij, ontstaan zoude bij een goed beheer, zou later misschien aanleiding kunnen geven tot eene verhooging der bij pasporteering uit te betalen sommen of kunnen strekken om nagelaten weduwen en weezen te ondersteunen. Men kan immers aannemen, dat door de bovengenoemde cantines, de plaats waar de soldaat zich bijna uitsluitend in Indië voor zijn genoegen ophoudt, het grootste gedeelte dei- soldijen in die kassen vloeien. En wat eene goede administratie vermag, bewijst het pensioenfonds voor weduwen en weezen van de officieren der landmacht in Oost-Indië. Yoor werving en leger zoude eene diergelijke instelling, naar mijne mee ning, hoogst nuttig kunnen werken, als eens de resultaten daarvan onder de verschillende standen der maatschappij hier te lande bekend waren. Het militair worden voor Oost-Indië zoude niet meer als eene, soms laat ste uitvlucht voor minder goede sujetten worden beschouwd; ouders of voogden zouden er minder tegen opzien, hunne kinderen of pupillen als soldaat naar Indië te laten vertrekken, die terugkeerende, door hunne ge spaarde penningen, al blijven zij geen twaalf jaren daar, nog de hulp van hen of van nabestaanden kunnen worden; misschien wordt de terugkee rende zelf in staat gesteld zich in eene kleine zaak te kunnen vestigen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 496