491 Heeren XVJInen de noodige instructies had gekregen, hoewel zeer tegen zijn zin, wel verplicht de Engelschen in deze onderneming te kennen. Het besluit werd daarom aan de Engelschen, te Jakatra aanwezig, hoewel in zeer vage bewoordingen, medegedeeld en hun tevens afge- viaagd, „off gesint waeren neffens ons met goede macht mede nae „dese quartieren te gaen omnie met den anderen dese voorgenomen „tocht tot welstandt van beijde Compagnieën sien te verrichten." De Engelschen antwoordden, dat zij wel genegen waren den tocht mede te maken, „dan hadden geen macht van schepen, noch volck „om aen sulcx mede de handt te houden." Heeren XVIInen waren, blijkens hunne missive van 24 Oct. 1621, van oordeel, dat de Engelschen „qualijck" deden door zich aan mede werking te onttrekken, maar aan Coen zal hunne weigering hoogst waarschijnlijk niet onwelgevallig zijn geweest. Want eene „joint „action zoude toenmaals zeker niet minder dan in onzen tijd tot groote moeielijkheden aanleiding hebben gegeven. De Engelschen zaten ondertusschen niet stil. Die quasi vrienden, bondgenooten, medestanders of hoe men ze noemen wil, wier belang vol strekt niet medebracht, dat de Nederlandsche Compagnie in den Banda- arclnpel oppermachtig werd, begonnen eene dubbelzinnige rol te spelen. Zij ontkenden bij machte te wezen aan de expeditie deel te nemen en zonden toch drie schepen (the Royal Exchange, the Rubin en the Star), alsmede een fregat, the Dragon's Clau, oostwaarts, nog vóór dat Coen Jakatra verliet. Welke instructie die schepen medekregen, blijkt niet. Alleen is bekend, dat zij onderweg Japara en Makasser moesten aandoen om rijst te laden. Maar wat zij in hun schild voerden, laat zich gemakkelijk raden: zij moesten de Hollandsche expeditie, zooveel mogelijk, dwarsboomen. Na het treffen van allerlei maatregelen, zoowel in het belang van den te ondernemen tocht, als ter voorziening in het beheer, enz. van de achterblijvenden te Jakatra, stak Coen met zijne vloot, groot 12 schepen en bemand met 1500 koppen, den 13en Januari 1621 in zee. In plaats van rechtstreeks naar de Banda-eilanden koers te zetten, hetgeen èn om het doel van den tocht èn om de ligging dier eilanden met betrekking tot het uitgangspunt van den tocht (Batavia) rationeel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 500