43 des morgens met het uitgeven van het morgenvoeder eindigt. De commandant van het bivak regelt de uren voor het eten der manschappen, het voederen der paarden, het fourageeren, het op trekken der wachten en alles wat op den dienst betrekking hoeft. De paarden der manschappen, die op wacht zijn, die kozakken- posten hebben betrokken en die om andere redenen niet bij hunne paar den zijn, worden, wanneer er moet worden opgerukt, opgestangd en op gezadeld door te voren, door den oudsten gegradueerde van liet pelo ton, bij toerbeurt aangewezen manschappen. Deze maken eerst hunne eigene paarden klaar en dan die der afwezigen. Do cava leristen, die de officierspaarden verzorgen, zadelen echter eerst deze, daarna hunne eigene. Wordt er last gegeven tot oprukken, dan doet iedereen het eerst zijne wapens om en stangt en zadelt daarna zijn paard. De fourage- strikken en longes worden losgetrokken, voorloopig opgeborgeneen ieder stijgt te paard, de rijen en g elederen sluiten zich zonder com mando en het eskadron of peloton treedt op de daarvoor aangewezen plaats aan. De cavaleristen, die bijpaarden hebben (paarden der afwezigen), nemen deze aan de hand en gaan er mede naar de plaats, waar de afgezeten ruiters zich bevinden. Deze opgestegen zijnde, begeven allen zich vlug op hunne plaatsen in het peloton. Bij een afzonderlijk peloton begeeft de trompetter zich bij den pelotons commandant; bij een eskadron is het de trompetter van het 4° peloton, die zich bij den commandant vervoegt. Bij vijandelijke aanvallen des nachts zadelt ieder dadelijk zijn paard, maakt het los en blijft, bij het hoofd van zijn paard staande, het bevel afsvachten om op te stijgen. Bij alles wat er in het bivak wordt verricht, moet steeds, vooral des nachts, de grootste stilte en orde worden iu acht genomen. Iedereen is verantwoordelijk voor het achterlaten van aan hem toevertrouwde of toebehoorende goederen en equipementstukken. De officieren en onderofficieren moeten zorgen altijd het eerst gereed te zijn. Na het opstijgen houden de laatstgenoemden appel over hunne sectiën. E. R.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 52