45
geheel verschillende bewegingen moeten uitvoeren of dezelfde bewegin
gen op verschillende commando's.
Ik heb hier meer het oog op afgerichte manschappen, want bij
recruten zal van het onderricht volgens de Handleiding nog wel niet
veel komen. Dat neemt echter niet weg dat de recruten reeds eenigen
tijd volgens de Recrutenschool zijn onderwezen als zij met de Hand
leiding beginnen en het voor hen dan zooveel te lastiger zal zijn, om zich
de voor hen vreemde bewogingen eigen te maken. Dat afgerichte man
schappen ook in de elementaire bewegingen volgens de Recrutenschool
moeten geoefend worden, zegt ons §10 der Inleiding Recrutenschool.
De Recrutenschool zou m. i. moeten bevatten alles wat noodig was
om den recruut geschikt te maken tot overgang in de II0 afdeeling
der Handleiding. Dit was vroeger jaren ook het geval. De lessen
van Siebenhaar (1) zijn, wat het geweer betreft, niets dan eene
voortzetting van de elementaire lessen, destijds voorkomende in de
Pelotonsschool en dat was ook, zooals het behoorde.
Blijkbaar zijn bij de samenstelling der Recrutenschool kortheid en
zakelijkheid op den voorgrond gesteld. Is dat in alle andere op
zichten te prijzen, bij de bajonetvechtkunst is dat m. i. niet het geval.
Juist ten gevolge van de armoedige behandeling dier lessen in de nu
vervallen Compagniesschool, is de bajonetvechtkunst zoo in verval
geraakt, hetgeen gemakkelijk is aan te toonen.
Toen, ten gevolge van de invoering van het achterlaadgeweer, de
reglementen moesten worden vervangen door andere, kwam ook de
Pelotonsschool, waarin de elementaire lessen van de bajonet
vechtkunst werden behandeld, te vervallen en werden die lessen, ge
wijzigd en besnoeid, opgenomen in de Compagniesschool. Het
gekste was, dat, nu de Pelotonsschool was vervallen en spoedig
werd vergeten, ook de lessen verloren gingen, welke zoo juist geschikt
waren als voorbereiding van de eigenlijke bajonetschermkunst, die
nog altijd werd onderwezen volgens de lessen van Siebenhaar.
Feitelijk hebben wij dus jarenlang niets gehad, waarnaar onderwijs
kon worden gegeven. De lessen in de Compagniesschool waren niet
voldoende en die van Siebenhaar berekend op de oude lessen uit de
(1) Ik ben slechts in het bezit van de „Derde verbeterde druk. 1861", zoodat ik
alleen daarnaar kan verwijzen.