545
paard komt de rusten, dan zal de slijtage langzamer en over het
geheele voorwerp gelijk plaats hebben. Daarbij moet men dan na
tuurlijk breken met het beginsel om het harnachementsnummer van
de dekens steeds op een bepaalde plaats bij het opgezadelde paard
zichtbaar te doen zijn, waartegen in. i. geene bezwaren kunnen be
staan. De deken zou daartoe moeten worden voorzien van 6 num
mers op de wijze als achterstaande figuur aanduidt. Nu vouwt men
de deken in de maanden Januari en Februari zoodanig dat N°. 1
bij de bijdehaudsche- en rijpaarden links en naar voren komt, terwijl
het bij de vandehandsche paarden rechts en naar achteren zichtbaar
jTj ~~j j~~ wordt (1). In de beide volgende
l l maanden moet dan N°. 2 zichtbaar
gedragen worden, en zoo krijgen
I alle nummers in één jaar hunne
beurt. Zoodra een vak gedurende
l I 2 maanden onder is geweest, zou'
11men er het zweet moeten uitwasschen,
om verhardiug te voorkomen. Indien
I men voorts in den stal op een bordje
bekend stelt welk nummer van de
I deken zichtbaar moet zijn, dan kan
I niemand zich met een en ander ver-
4 s ie gissen.
Een voornaam vereischte om de verschillende tuigdeelen steeds
in bruikbaren staat af te leveren is, dat de magazijnsvoorraad van
harnachement niet te groot worde genomen. Er zijn toch thans voor
werpen, die meer dan 20 jaren in de magazijnen liggen, alvorens ze wor
den verstrekt. Dit nu kan niet anders dan zeer nadeelig op de bruik
baarheid en duurzaamheid werken. Meermalen toch zag ik longes
bij den A. C. W. in herstelling komen, die 22 jaren oud waren en
waarvan het touw totaal was vergaan. Ook zag ik poetszakken ter
(1) "Wilde men bij de vandehandsche paarden het nummer ook naar voren hebben, dan
zouden de dekens daarvan op tegenovergestelde wijze moeten worden genummerd
als die der bijdehandsche paarden waardoor de stukrijder licht in de war zou
kunnen raken.