46
Pelotonsschool. Het kader, dat de oude en goede methode had be
oefend, verminderde gestadig en eindelijk bepaalde zich dat tot enkelen,
die hier en daar één a tweemaal 'sjaars ons aan de goede dagen van
ouds herinnerden, bij gelegenheid van een assaut, waarvoor dan het
personeel te voren werd gedresseerd.
Is het nu te verwonderen dat de bajonetschermkunst hoe langer
zoo meer op den achtergrond geraakte en dat daarmede het individueel
weervermogen in gelijke mate achteruitging?
Eindelijk, na jaren sukkelens, neemt de heer Campen de zaak ter
hand en stelt eene handleiding samen, hierin gesteund door den
sergeant Don en den korporaal Bannink van het korps Pupillen.
Wij mogen ons dus weer verheugen in eene handleiding en wel in
eene die goed is en op die van Siebenhaar dat voor heeft, dat zij ook
de elementaire bewegingen bevat. Maar daarom is het ook te be
treuren, dat de Recrutenschool de elementaire lessen niet geheel
heeft overgenomen, zij het ook desnoods met de veranderde commando's
Yele commando's zou ik liever hebben, zooals die in de Recruten
school voorkomen. Zal do onderwijzer met vrucht aan een acht
tal recruten onderwijs geven, dan moet het commando zoo zijn, dat
het niet lean missen, of op het uitvoeringseommando moet, als door
één schok gedreven, door allen tegelijk de verlangde beweging worden
uitgevoerd. De toon van het commando moet daartoe flink en krachtig
zijn, maar het commando moet zich ook tot eene flinke uitvoering
eigenen. Daarom komt het mij het beste voor als uitvoeringscom
mando te nemen voor de. bewegingen op de plaats„een" voor die,
waarbij de recruut van plaats verandert: marsch
In andere opzichten geef ik echter aan de Handleiding de voorkeur.
Zoo mis ik o. a. in het Reglement de wending en den sprong rechts-
en linksomkeert, om van de sprongen rechts en links, rechts- en
linksom en de spildraaiing niet te spreken, welke desnoods zouden
gemist kunnen worden.
De uitwijkingen schijnen geheel overbodig te worden geacht.
Misschien is men bij de samenstelling der lessen in de Recruten
school uitgegaan van het idee, dat als de man rechts-en linksom kan
maken, hij ook wel de wending rechts- en linksomkeert kan verrichten,
als het er op aankomt, en dat de sprong rechts- en linksomkeert niet