552 Gedurende het eerste kwartaal van 1887 is intusschen het leger tijdelijk versterkt geweest met 2 gemobiliseerde compagnieën van den barisan van Bangkalan (Madoera), bestemd om in Atjeh garni zoen te houden gedurende het overgangstijdperk, dat verloopen moest alvorens tengevolge van de bevolen uitbreiding van het leger ge noeg geoefende manschappen verkregen waren. Den len Januari 1887 vertrokken deze Madoereezen (8 officieren en 346 minderen) naar Atjeh, doch zij werden in vrij hevige mate door de beri-beri aangetast, weshalve het in 't laatst van Maart raadzaam werd geacht, hen weder naar Madoera te doen terugkeeren en van het vei der mobiel houden van barisans af te zien. Yan lieverlede kon uit de nieuw geworven Inlandsche militairen reeds een noemenswaardig aantal geoefenden worden verkregen en omstreeks medio 1887 rekende men dat het aantal der aldus af te leveren manschappen in den eersten tijd maandelijks 400 zou bedragen. Plaatselijke indeeling. Jn 1886 keerden op Java terug: uit de residentie Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo het linkerhalf le veldbataljon, en uit de residentie Palembang 1 van de twee aldaar gedetacheerde compagnieën van het 10de veldbataljon, welke troe pen in garnizoen kwamen respectievelijk te Willem I en te Weltevre den. Dientengevolge waren bij het einde van het jaar op Java ge legerd 11 veldbataljons in hun geheel en 1 veldbataljon op 1 com pagnie na (die welke zich in de residentie Palembang bevond) (1). In verband met de troepenconcentratie te Magelang werd die plaats ook als garnizoen aangewezen voor den kolonel-commandant der in fanterie, tot dusver te Willem I gevestigd, voor diens luitenant adjudant en voor den luitenant-plaatselijk adjudant van Willem I. Wat de garnizoens-infanterie betreft, werd in de residentie Oost kust van Sumatra, in verband met de invallen van Atjehers, waaraan (1) In Januari 1887 is ook deze compagnie te "Weltevreden teruggekeerd. Daar echter in de residentie Palembang het behoud van eenige versterking der troepenmacht voorshands nog wenschelijk werd geacht, is toen het garnizoensbataljon aldaar tijdelijk uitgebreid met de op 1 December 1886 ingetrokken bezetting te Bezoeki (1 officier en 40 onderofficieren en minderen), en zulks in afwachting dat omtrent de aan dre bezet ting definitief te geven bestemming zal zijn beslist.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 561