562
Over den loop der beri-beri treffen wij verder in het Kol. Verslag
uitvoerige mededeelingen en statistieken aauwaarin de ongunstige
toestand volstrekt niet verbloemd wordt. Over den uitslag der zen
ding van dr. A. C. Pekelharing en dr. C. Winkler worden nog
geene mededeeliugen gedaan, omdat het rapport dier heeren nog in
bewerking was. Over de bestrijding der ziekte zegt het verslag:
„Na hetgeen reeds in het vorig verslag omtrent de bestrij
ding der ziekte werd medegedeeld, valt ook thans te constateeren
dat nog geen enkel middel van genezing proefhoudend is gebleken.
Zeer opmerkelijk intusschen was de snelle verbetering die, vooral
in sommige kazernen, in Atjeh zeer duidelijk aan het licht trad na
de krachtige desinfectie-roaatregelen, aldaar in het laatst van 1886
genomen.
„Over de tot dusver verschenen maanden van 1887 zijn hier te
lande nog geen statistieke gegevens nopens het getal aangetasten
door beri-beri ontvangen. Intusschen kan worden gezegd dat, vol
gens berichten uit Atjeh van Mei jl., de ziekte aldaar lang niet zoo
hevig woedde als in 1886, en dat vooral de sterfte weder geringer
was. Alleen in het einde van Februari jl., omstreeks een maand
na de overstroomingen >in Atjeh, viel weder eenige verergering waar
te nemen. Hoofdzakelijk gold dit de manschappen van den Madoe-
reeschen barisan, die door hunne mobilisatie in 't laatst van Decem
ber 1886 plotseling uit hun huiselijken kring in eene hun geheel
vreemde omgeving verplaatst, zeker onder bijzonder ongunstige om
standigheden verkeerden, en bovendien juist in het tijdperk der over
stroomingen in Atjeh waren aangekomen".
De hoop dat de krachtige desinfectie op den duur de ziekte zoude
doen afnemen, is intusschen helaas reeds weer ijdel gebleken. Ter
wijl de desinfectie-maatregelen, zoover wij weten, niet in kracht zijn
verminderd, zijn de beri-beri-cijfers te Atjeh na Mei 1887 weer in
't algemeen stijgend en is het vooruitzicht op het aanstaande bandjir
tijdperk dus weinig bemoedigend.