568
Belooningen en straffen. Vergeleken met de twee vorige jaren
zijn uit het leger
ia 1884 1885 1886
wegens een vonnis verwijderd74 115 97
met een briefje v. ontsl. weggezonden.97 61 59
vermist of gedeserteerd389 434 629.
Het cijfer der vermisten en gedeserteerden is alles behalve gunstig.
Europeanen hebben daarin slechts een gering aandeel, in de 3 ge
noemde jaren resp. slechts 35, 40 en 24 ook Atjeh is de oorzaak
niet, in 1885 verdwenen daar 15, in 1886 7 militairen. Het groote
getal van 605 Inlanders, die in het laatste jaar op die wijze werden
afgevoerd, is dus te zoeken onder de Javaansche soldaten buiten Atjeh.
Het meest komt het gewoonlijk voor onder de jonge soldaten; daar
in 1886 echter niet meer soldaten zijn aangeworven dan in 1884,
terwijl de desertie een veel hooger cijfer bereikte en bijna be
draagt van het geheele aantal aangeworvenenmoet daar wel eene
bijzondere oorzaak voor aanwezig zijn. Het Kol. Verslag laat er
zich niet verder over uittoch ware eenige toelichting niet onge-
wenscht.
Op ultimo December van de jaren 1884, 85 en 86 bevonden zich:
1884 1885 1886
in het mil. huis v. arrest163 107 69
bij de strafdetachement.en133 153 127
in de provoosthuizen225 1 57 126,
welke cijfers op eene belangrijke verbetering wijzen. De getallen
der zich in de provoosthuizen bevindende arrestanten zien er boven
dien veel ongunstiger uit dan zij in werkelijkheid eigenlijk zijn; ver
reweg het grootste deel der arrestanten zijn preventieve gevangenen
het getal veroordeelden daaronder bedroeg in de drie genoemde jaren
slechts resp. 15, 5 en 4.
Van het Europeesche kader bij de vier hoofdwapens zijn terugge
steld in 1884 139, in 1885 127 en in 1886 142, zoodat in dat op
zicht geen vooruitgang valt te constateeren.
Topographische dienst. De drie opnemingsbrigades, die blijkens
het vorig verslag bij het einde van 1885 op Java werkzaam waren