568
het aan gene zijde gelegen terrein te doen doorzoeken, den vijand
op te sporen, zijne flanken aanhoudend te verontrusten en den
commandant der stelling zoo spoedig mogelijk bericht te zenden wat
betreft marschrichting, marschvorm, sterkte der wapensoorten, enz.
Voor ons was het onbegrijpelijk hoe kalm en gelaten men
de verdere dingen afwachtte. Om kort te gaan, de vijandelijke
artillerie kwam zonder de minste moeite in batterij en opende
natuurlijk een goed gericht vuur. Commentaar verder overbodig.
Maar, vragen wij, is dat cavalerie gebruiken? moet, als er zoo met
haar wordt omgesprongen, het feu sacré van een ieder, die de eer
heeft tot het wapen te behooren, niet per se uitgebluscht worden
En zoo geschiedde het nog weinige jaren geleden.
Op zulk een wijze in verband met andere wapens gebruikt,
was en bleef het voor de cavalerie onmogelijk haar nut te doen
uitkomen.
En hoe moest dientengevolge de ruiterij bij het Departement van
Oorlog aangeschreven staan Nimmer iets vernemend van haar ge
bruik, moest bij de bureau-officieren van dat departement, welk een
juist en diep inzicht zij dan ook al in de verschillende andere
wapensoorten hebben mogen, bij hunne overigens totale onbekendheid
met de Indische ruiterij, geen hoog denkbeeld van dat wapen bestaan.
Gemakkelijk is het dan ook te begrijpen, dat de Commandant van
het regiment Cavalerie bij het Departement van Oorlog al weinig-
medewerking en steun vond. Om kort te zijn,iedereen wist
het daar beter, dan wij cavaleristen zelf
Maar, wij hooren al zeggen, de geheele schuld op anderen werpen is
zeer gemakkelijk; heeft de ruiterij ook het hare niet bijgedragen tot
die miskenning?
Ja, voorzeker wel eenigszins, doch de tijden zijn gelukkig voorbij,
dat men nog cavalerieofficieren vond, met de leus: „après nous le
„déluge", die zich weinig om den gang van zaken bekommerden. Voor
zeker hoogst afkeurenswaardig, doch moest die eeuwigdurende mis
kenning ook niet eenigszins tot zulke gedachten leiden
Gaan wij nu eens na op welke wijze de ruiterij zich in de laatste
jaren heeft weten te volmaken.
Bij vroegere toestanden vergeleken is dit voorzeker het ware woord,