579 „Het is eene uitgemaakte zaak dat bij snelle gangen de aan den koppel om het lijf bevestigde sabel, vooral die met één draagriem, den ruiter veel last veroorzaakt door de hevige slingeringen, die een gevolg zijn van de sprongen van het paard. Nu eens krijgt de ruiter een slag met de scheede op het achterhoofd, dan weer valt de sabel uit de scheede op den grond, soms zelfs tusschen de beenen van het paard, enz. De bevestiging van de sabel aan den zadel voorkomt ,al deze ongemakken. Maar zij heeft daarentegen het nadeel dat bij het gevecht onder sommige kritieke om standigheden de ruiter zich ongewapend kan zien. Toch zijn de cavalerie- offieieren in het algemeen nagenoeg eenstemmig voor de bevestiging aan den zadel. Het verwondert ons daarom dat die bevestigingswijze ook niet wordt voorgeschreven voor de bereden officieren buiten de cava lerie en wij vestigen hierop de aandacht der bevoegde autoriteiten." Dat ook in Nederland weder over de bevestiging aan den zadel gedacht wordt, blijkt uit het volgende, met de jongste mail hier aangebrachte dagblad bericht „Bij het 3e regiment huzaren te 's-Hage zijn eenige zadels van Hongaarsch model in beproeving, welke het voordeel opleveren" dat de sabel aan den zadel en niet meer aan den man bevestigd is, zoodat de ruiter bij het gevecht te voet vrijer in zijn bewegingen is." Vit de oude doos. De quaestie van den helmhoed in 1723. 22 October. Afschaffing van de morions (ijzeren stormhoeden) en curassen bij het garnizoen van het kasteel te Batavia. Gereflecteerd zynde, hoe niet alleen het bataillon van dezen casteele continueel in het doen van dagelykse en ook in extra-ordinaire parades, mitsgaders onder het inhalen van inlandse gesanten en brieven, hoewel noyt te velde, belemmerd is, soo wel fusiliers, als piekeniers,' met mor- lioens of yzere stormhoeden; van gelyken, dat de laatstgem. soldatesque buyten dat nog is beswaard met een yzer curas, bestaande in een borst en agterstuk met een ringkraag; en wyders, dat alle schildwagten'aan poorten en op bolwerken van de stad, hun geweer sullende presenteeren ten respecte der gene, aan wiese dat zyn verschuldigd, aanstonds gewoon zyn hun hoofd met sodanigen morlion te dekken of monteercn, het welke hun alle te samen in dit warme climaat somwylen al vry pynelyk en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 588