53 legging bijgebrachte bewijzen staan op even zwakke beenen als de „Preangerpaarden" zeivenze berusten alleen op eigen zienswijze en beweringen van paardenfokkers, die natuurlijk geneigd zijn hun waar te prijzen. Ik zal den schrijver in zijn betoogen niet verder volgen, te meer daar ze den lezers van dit tijdschrift reeds bekend zijn; doch laten wij hoeren wat andere hippologen van de door den schrijver aange prezen Preangerpaarden zeggen G. W. Couperus (1) zegt: „het jonge, nog geen standvastigheid „van ras verkregen hebbende, groote „Preangerpaard," ontstaan uit „de kruising van merries dier residentie met de na 1820 ingevoerde „en te Pasir-Ajam, dicht bij de vorige hoofdplaats Tjiandjoer ge- „stationneerde Arabische en Perzische hengsten en waaronder zich een „20tal jaren geleden nog vrij veel groote paarden bevonden, is sedert „1871 met zulk rassche schreden tot het primitieve, te verbeteren „ras teruggegaan, dat men thans veel moeite heeft om daaruit een goed groot paard te krijgen." In zijne handleiding tot de paardenkennis zegt W. C. Schimmel, het Javasche paard besprekende: „In de Preangerregentschappen heeft men eeu grooter paardhierbij „is de hals niet zoo zwaar, de manenkam minder breed en staart „en manen zijn zachter en langer behaard. Juist de meerdere grootte „is oorzaak dat enkelen deze paarden de beste van Java noemen, ter- wijl anderen er minder mede zijn ingenomen, omdat ze vroeg ver sleten zijn en zeer veel aan beengebreken lijden. Door een deskundige „wordt beweerd, dat hij onder 500 paarden er slechts drie zonder „beengebreken kon aanwijzen." (Dus om er 30 te krijgen, die voor de cavalerie geschikt zouden zijn, afgescheiden van karaktergebreken, zouden 5000 stuks gemonsterd moeten worden). Verder zegt de zelfde schrijver„Deze vormverandering is een gevolg van vermen- „ging met vreemde rassen en wel met overwalsche paarden, die op „Java, vooral om de steden, langs de groote wegen en om de plantages „veel plaats heeft. „Reeds in 1802 werden in de Preanger Perzische paarden en in „1809 Arabische hengsten ingevoerd. Onder den Gouverneur-Ge- (1) Ind. Gids, Februari 1884. De achteruitgang der Ind. paardenrassen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 62