BOEKBEOÖRDEKIING.
Schetsen uit den Atjeh-oorlog door J. P.
Sehoemaker, le Luitenant der Infanterie
N. I. Leger, 's Gravenhage, W. P. Yan
Stockum Zoon, 1887.
Het genre van Atjek- literatuur, waarin de heer J. P. Sehoemaker hier
voor ons optreedt, is nog weinig beoefend, te weinig zouden wij zeggen,
wanneer wij eene vergelijking maken met den reeds onoverzienbaren
bundel geschriften, die hoofdzakelijk de politiek ten opzichte van Atjeh
betreffen, en wier lezing al minder en minder belangwekkend dreigt
te worden.
Met genoegen zullen de lezers ongetwijfeld kennis nemen van deze
„schetsen", die in een levendigen verhaaltrant geschreven, menigeen de
vroeger beleefde episodes uit den Atjeh-oorlog weer in herinnering
zullen brengen.
De algeheele afwezigheid van elke politieke toespeling en van critiek
op oorlogshandelingen achten wij in dit geschrift eene groote verdienste.
Met het werkje van Ampien„De Deserteur", dat wij onlangs in dit
tijdschrift aankondigden, rekenen wij deze „schetsen" almede onder de
beste producten der speciaal militaire Atjeh- literatuur. Voor onze mili
taire inrichtingen van onderwijs zijn zij o. i. eene uitmuntende lectuur.
"Wij kunnen niet nalaten een der kleinste schetsen, getiteld: „Bivouak
„te Analaboe" hier grootendeels over te nemen, in de hoop daardoor den
lust tot nadere kennismaking met het geheele werkje op te wekken.
„Alhoewel wij te Analaboe eindelijk een vast punt hadden, was van
eene toenadering van de zijde des vijands nog lang geen sprake; om
echter de bevolking ons overwicht te doen gevoelen en alle neiging tot
hardnekkigen tegenstand te onderdrukken, was een krachtig optreden onzer
zijds noodig, waartoe men dan ook besloot. Een colonne werd aangewezen
om in verband met de Marine te ageeren, die door het werpen van
granaten den aanval zoude ondersteunen. Een merkwaardig feit, hetwelk