90
Het transport kon, wegens gebrek aan kameelen, eerst den 26en ver
trekken en marcheerde ten 5 u. 20 v. m. af.
Tusschen 10 u. 45 en 11 u. v. m. ontving de commandant van Monkullo
twee briefjes van overste De Cristoloris; het eerste geschreven ten 8 u.
30 meldde, dat bij het dorp Dogali, hetwelk iets verder dan halverwege
Saati gelegen was, de colonne door een talrijken vijand beschoten werd
en dat de mitrailleuses niet werkten het tweede, op dezeltde plaats ten
9 u. 30 geschreven, berichtte dat zonder versterking van infanterie en
artillerie de colonne niet verder zou kunnen doordringen; ook werd de
toezending van eene mitrailleuse verzocht.
Daar te Monkullo nog slechts 2 compagnieën achtergebleven waren,
kon de commandant aldaar er niet meer dan eene, met eene mitrailleuse,
afzenden; zij vertrok ten 11 u. v. m. onder bevel van kapitein Tanturi,
wiens rapport als bijlage N°. 2 hierbij is overgelegd.
Nog denzelfden dag zond ik ter versterking naar Monkullo, 2 pas
ontscheepte detachementen infanterie, 2 kanonnen van 7 pond en com
pagnie bersaglieri.
Al zeer spoedig meldden de berichten, die van de plaats van het gevecht
kwamen, de catastrophe die onze troepen aldaar heeft getroffen, welke
berichten werden bevestigd door kapitein Tanturi en door de aan de
slachting ontkomen gewonden, wier aantal thans tot 90 is gestegen. Allen
verklaren eenstemmig, dat zij al hun patronen hebben verschoten en
bovendien die van het transport, en dat zij alleen bezweken zijn ten
gevolge van de groote overmacht der aanvallers, die hen vijf uren achter
een met hevigheid aanvielen, ondanks de zware verliezen welke zij daar
bij zelf ondergingen.
De slachting bij Dogali maakte natuurlijk een diepen en smartelijken
indruk. Daar mijne beschikbare macht zeer gering was en over drie
nagenoeg geïsoleerde detachementen was verspreid, besloot ik de detachemen
ten te Saati, Ua-a en Arafoli in te trekken. Beide laatstgenoemde werden
over zee afgehaald, het detachement van Saati kwam, na een beleidvol
uitgevoerden nachtmarsch, den 28en Januari te Monkullo aan.
De staten van de gesneuvelden en gewonden, benevens de voordracht
voor belooningen zullen later worden aangeboden.
Eenige soldaten en inlanders van Monkullo hebben zich naar de plaats
van het gevecht begeven, om de gekwetsten (ongeveer 90) en de dooden
over te brengen, welke laatsten nabij Monkullo zijn begraven.
G-ené,
g ener aal-majoor,