112 plaatsen zijn zij uit dezelfde materialen als de hutten opgetrokken, doch verreweg de meeste zijn zeer goede houten gebouwen met ruime vertrekken, die een 50tal manschappen kunnen bergen. Zij dienden in geheel Opper-Burma tot tijdelijk logies van troepen, waartoe aan de kloosterlingen eene schadeloosstelling werd uitgekeerd. Zoo was onder anderen bijna het geheele garnizoen van Pyinmana met de officieren in ontruimde kloosters gelogeerd. Op marsch dienden de kloosters in de dorpen, waar nachtkwartier werd gehouden, ge woonlijk tot logies van alle officieren. Met het oog op dit alles hadden de korpsen slechts een zeer gering aantal tenten medegevoerd, zooals blijkt uit bijlage K. Van de korpsen, die ik zag, kampeerden slechts 3 troops van het Ist Regi ment Bombay Lancers in Maart te Mehtila, omdat toen in dit nieuwe hoofdkwartier der 3e brigade nog geen voldoend aantal gebouwen voor het versterkte garnizoen was opgericht, en eene batterij Berg- artillerie te Myingyanop laatstgenoemde plaats waren de tenten op bamboevloeren 1 M. van den grond opgeslagen. Overigens wer den de tenten nagenoeg nimmer gebruikt en dan ook op marsch niet medegevoerd. De tenten voor de manschappen bevatten ruimte voor 8 man, die voor de officieren voor twee personen. Ieder officier moet echter steeds in het bezit zijn van eene eigen tent; slechts wanneer bij marschen te velde de bagage beperkt wordt, logeeren twee officieren in ééne tent. Als voorbeeld eener volledige tent-uitrusting is in Bijlage W opgenomen die van een Britsch Infanterie-regiment, indien het in zijn geheel moet kampeeren. In Opper-Burma werden verder op marsch, wanneer in zeldzame gevallen niet in een of ander dorp kon worden overnacht of wan neer de ruimte daarin onvoldoende was, door de manschappen af daken gemaakt van boomtakken, gedekt met droog gras of bladeren. In het droge jaargetijde, dat 'ik daar doorbracht, voldeden deze afdaken wel, doordat zij vrij goed tegen den zwaren dauw, die daar viel, beschermden. In dergelijke gevallen sliepen de meeste Inland- sche troepen echter onder den blooten hemel. In de garnizoenen werd wijders in de behoefte aan logies tijdelijk voorzien door den bouw van lichte barakken van teakstammen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1888 | | pagina 125