113
meestal met wanden van gevlochten matten en daken van droog
gras. De planken vloeren werden steeds minstens 1 Meter boven
den grond gebracht. Slechts zeer enkele gebouwen hadden wanden
en daken van planken.
Bij den bouw dezer barakken was men blijkbaar niet bevreesd
voor schadelijken invloed eener zeer ruime ventilatie. Tusschen de
wanden en het dak was steeds eene open ruimte van 3 dM.
breedte gelatenin Mahline, een post ten N. W. van Mehtila, zag
ik zelfs kazernes, waarvan de wanden slechts 1 M. hoog waren en
bovendien geheel neergeslagen konden wordende daken dezer
kazernes staken aan alle zjjden uit over eene breedte van 2 M.,
waardoor rondgaande galerijen, echter zonder vloeren, gevormd werden.
In al deze tijdelijke gebouwen, die voor Britsche troepen moesten
gebezigd worden, was de ruimte voor iederen man zeer groot; in de
kloosters moesten de manschappen zich echter dikwijls met weinig
ruimte behelpen.
De onderofficieren hadden steeds afzonderlijke kamersde korpo
raals logeerden in de chambrée's op de vleugels.
Bij het aanwijzen van gebouwen als nachtkwartier voor troepen
op marsch werd steeds vooral gelet op het behoorlijk logeeren der
Europeanen, terwijl de Inlanders dikwijls in de open ruimte onder
de gebouwen of wel onder den blooten hemel moesten slapenook
in dit opzicht zijn echter hun behoeften gering.
Wat de paarden en lastdieren aangaat, hiervoor waren in de gar
nizoenen slechts ten deele stallen gebouwd, eenvoudig bestaande uit
een groot dak van droog gras, waaraan veelal slechts aan ééne zijde
een wand was aangebracht. Een deel der Cavalerie-paarden en Artil
lerie-muildieren en een groot deel der transportdieren bivakkeerden
echter ook in de verschillende garnizoenen en op marsch bivak
keerden alle dieren. Trouwens ook in Yóór-Indië bivakkeerden de
paarden der Inlandsche Cavalerie-regimenten meestal en vinden zij
slechts eenige beschutting onder in rijen geplante boomenook zag
ik eene muildier-batterij, waarvan alle dieren bij gebrek aan stal
ling moesten bivakkeeren. Yan de Panjab Frontier Force worden,
naar mij is medegedeeld, de paarden en lastdieren steeds gewend
aan het bivakkeeren, zelfs in de sneeuw gedurende de wintermaan-
8