120
voor den luitenant: ééne ster,
kapitein: twee sterren,
majoor: eene kroon,
luitenant-kolonel: eene kroon en ééne ster,
kolonel: eene kroon en twee sterren,
en de generaal-officierengekruist zwaard en kanon met
sterren of kroon.
Als voorbeeld eener meer gedetailleerde beschrijving van kleeding
wordt verwezen naar de Manual of Mountain ArtilleryPart T.
Kleeding te velde.
Yan meer practisch belang is de beschrijving der veldkleeding,
welke niet alleen te velde, maar ook op marschen en bij sommige
oefeningen en corvéeën in de garnizoenen wordt gedragen. Voor de
Inlandsche troepen treedt zij in de garnizoenen bovendien grootendeels
in de plaats van de witte uniform der Britsche troepen, b. v. bij
het betrekken van wachten.
In Opper-Burma waren alle troepen voorzien van twee stellen
veldkleeding en bovendien van één stel gewone kleeding: sergen
tunique, pantalon, overjas en kwartiermuts. Deze warmere kleeding
kan gedurende het koudere jaargetijde des avonds in de garnizoenen
worden gedragen, doch nimmer op excursiën worden medegevoerd,
met uitzondering van overjas en kwartiermuts.
De veldkleeding bestaat voor alle troepen en officieren uit tunique,
pantalon en overtrek van den helmhoed (de laatste alleen voor Eu
ropeanen), alles vervaardigd van zoogenaamde Ichalci, eene soort van
grijsgekleurd drill; verder uit eene beenbekleeding puttiesmeestal
van donkere wollen stof, en uit de gewone schoenen.
Met uitzondering van de door het Gouvernement aan Europeanen
verstrekte schoenen en helmhoeden, wordt de geheele veldkleeding,
door de zorg der korpscommandanten, door de kleermakers der
korpsen aangemaakt en naar gelang der behoefte tegen betaling aan
den man verstrekt. Daar vooral de schoenen en helmhoed te velde
veel lijden, worden door het Gouvernement extra-verstrekkingen van
die artikelen gedaan öf wel wordt uit 's lands kas eene indem
niteit aan de korpsen uitgekeerd tot betaling van schoenen,