128
kleurhoudende khaki in den handel isde vroeger verstrekte kleeding,
waarvan ik nog enkele stukken in Opper-Burma zag, had somtijds
veel van hare kleur verloren.
Wat nu de bjjzondere kleedingstukken aangaat, moet in de eerste
plaats opgemerkt worden, dat den korpscommandanten eenige vrijheid
was gelaten, wat de détails aanging, mits in het algemeen de vorm
overeenkwam met dien van de garnizoens-kleeding.
Omtrent de verschillende voorwerpen nog het volgende
Helmhoed. (1) De witte helmhoed werd geheel overtrokken met
khakidat afgenomen en gewasschen kan worden. Te velde werd
in den regel geen enkel messingen versiersel of onderscheidingsteeken
aan den hoed gedragen.
Hoofdtooisel voor Inlanders. Dit was de gewone hoofddoek of
tulband der garnizoenen, voor bijna alle Infanterie-korpsen en voor
de Artillerie van khaki met verschillend gekleurde uiteinden, voor an
deren groen (Belooche's), voor de Cavalerie blauw.
Kwartiermuts. De.vorm verschilde bij de onderscheiden korpsen;
steeds echter konden kleppen op zijde van de muts worden neer
geslagen die het hoofd ten deele beschermden. De officieren droegen
dezelfde mutsen als de manschappen. Bij een regiment Cavalerie
hadden de officieren eene muts, waarvan de neergeslagen klep ook
den nek en den hals omsloot.
Tunique. De verschillende korpsen hadden kleine wijzigingen aan
gebracht. De Britsche Infanterie en een deel der Inlandsche Cavalerie
hadden op de borst kleine zakjes, tot berging van een lOtal patronen,
bestemd om alleen bij snelvuur te worden gebruikt. Bij vele korp
sen Inlandsche was de tunique verwijd tot eene blouse voor het ge
mak van den man bij corvéëen, enz.dit kleedingstuk kon echter bij
o-ewonen dienst vernauwd worden door middel eener lus, achter in
de taille aan twee knoopen bevestigd- De tunique der Cavalerie
was langer dan die der andere wapens. Ruime zakken waren aan
alle tuniques aangebracht.
O O 7
O
(1) Kort voor ilc indiening van dit verslag ontving ik een brief van den Aide-
<le-camp van Generaal Lockhart van Mehtila, waarin onder anderen voorkomt:
„Onze manschappen'' (nl. de Britsche Infanterie) „zijn voorzien geworden van
„een zonnehoed van ncvenstaanden vorm (zie fig. 11); het krijgen van een zonnesteek
„is inderdaad moeielijk geworden."